Operation Manual
PHOTOSHOP CS3
Handboek
327
2 Klik op de tab Penselen om het palet Penselen weer te geven op de voorgrond of klik op Venster > Penselen als het palet
niet is geopend.
3 Als u wilt dat de grootte van het uiteinde van een gereedschap verandert afhankelijk van de druk, selecteert u
Vormdynamiek (klik op het woord, niet alleen op het selectievakje) in het palet Penselen. Kies vervolgens Pendruk in het
pop-upmenu Besturingselement onder de schuifregelaar Grootte - jitter.
4 Als u wilt dat de dekking verandert afhankelijk van de druk, selecteert u Andere dynamiek. Kies vervolgens Pendruk in
het pop-upmenu Besturingselement onder de schuifregelaar Dekking - jitter.
Opmerking: U kunt de pendruk ook instellen voor andere penseelkenmerken. Het palet Penselen bevat instellingen voor het
wijzigen van de hoek, de stroom, de spreiding, de structuurdiepte en de ronding van de penseelstreek afhankelijk van de
pendruk.
Zie ook
“Overzicht van het palet Penselen” op pagina 316
“Penseelvormdynamiek” op pagina 320
Overvloeimodi
Overvloeimodi
De overvloeimodus die u in de optiebalk instelt, bepaalt hoe de pixels in een afbeelding reageren op een teken- of
bewerkgereedschap. U kunt zich het effect van een overvloeimodus het beste voorstellen aan de hand van een aantal
kleuren:
• De basiskleur is de originele kleur in de afbeelding.
• De werkkleur is de kleur die met het teken- of bewerkgereedschap wordt aangebracht.
• De eindkleur is de kleur die het resultaat is van de bewerking.
Zie ook
“Overzicht van overvloeimodi” op pagina 327
Overzicht van overvloeimodi
Kies een van de opties in het pop-upmenu Modus in de optiebalk.
Opmerking: Alleen de overvloeimodi Normaal, Verspreiden, Donkerder, Vermenigvuldigen, Lichter, Lineair tegenhouden
(toevoegen), Verschil, Kleurtoon, Verzadiging, Kleur, Lichtsterkte, Lichtere kleur en Donkerdere kleur zijn beschikbaar voor 32-
bits afbeeldingen.
Normaal Elke getekende of bewerkte pixel krijgt de eindkleur. Dit is de standaardmodus. (Bij bitmapafbeeldingen en
afbeeldingen in geïndexeerde kleuren wordt deze modus Drempel genoemd.)
Verspreiden Elke getekende of bewerkte pixel krijgt de eindkleur. Maar in deze modus bestaat de eindkleur uit een
willekeurige pixelvervanging in de basiskleur of in de werkkleur, afhankelijk van de dekking op een bepaalde pixellocatie.
Achter In deze modus heeft het teken- of bewerkgereedschap alleen effect op het transparante gedeelte van een laag. Deze
modus kan alleen worden gebruikt in lagen waarvan de transparantie niet is vergrendeld. Het effect is te vergelijken met
het aan de achterkant beschilderen van een doorzichtig vel papier.
Wissen Tekentofbewerktiederepixelenmaaktdezetransparant.Dezemodusisbeschikbaarvoordevormgereedschappen
(als de optie Vullen met pixels is ingeschakeld),voor het emmertje , het penseel , het potlood , de opdracht
Vullen en de opdracht Omlijnen. U kunt deze modus alleen gebruiken in een laag waarvan de transparantie niet is
vergrendeld.










