Operation Manual
341
Hoofdstuk 12: Tekenen
Met de tekengereedschappen (de pen en de vormgereedschappen) kunt u vectorvormen maken en bewerken. U kunt
werken met vormen in vormlagen en met vormen als paden; bovendien kunt u in pixels omgezette vormen maken en deze
vervolgens bewerken met de tekengereedschappen. Met de tekengereedschappen kunt u snel knoppen, navigatiebalken en
andere onderdelen van webpagina’s maken.
Vectorafbeeldingen tekenen
Vormen en paden tekenen
Wanneer u in Photoshop tekent, maakt u vectorvormen en -paden. U kunt met alle vormgereedschappen, de pen of met
het gereedschap Pen voor vrije vorm tekenen. Op de optiebalk vindt u opties voor ieder gereedschap.
Voordat u begint te tekenen, moet u eerst een tekenmodus kiezen op de optiebalk. De tekenmodus die u kiest, bepaalt of u
een vectorvorm op een eigen laag maakt, een tijdelijk pad op een bestaande laag of een in pixels omgezette vorm op een
bestaande laag.
Vecto rvor men zijn lijnen en curven die u met een vorm- of pengereedschap tekent. Vectorvormen zijn niet afhankelijk van
de resolutie. De randen blijven scherp bij vergroting en verkleining, als ze worden afgedrukt op een PostScript-printer,
opgeslagen in een PDF-bestand of geïmporteerd in een grafische toepassing op vectorbasis. U kunt bibliotheken met
aangepastevormenmakenendeomtrekvaneenvorm(ookweleenpadgenoemd)endekenmerkenvaneenvorm(zoals
een omlijning, vulkleur en stijl) bewerken.
Paden zijn omtrekken die u kunt selecteren of vullen en omlijnen met kleur. De omtrek van een vorm is een pad. U kunt
de vorm van een pad gemakkelijk wijzigen door de ankerpunten te bewerken.
Een tijdelijk pad is een pad dat tijdelijk wordt weergegeven in het palet Paden en de omtrek van een vorm bepaalt.
U kunt paden op verschillende manieren gebruiken:
• U kunt een pad als vectormasker gebruiken om gebieden van een laag te verbergen. (Zie “Informatie over laag- en
vectormaskers” op pagina 301.)
• U kunt een pad omzetten in een selectie. (Zie “Paden omzetten in selectiekaders” op pagina 361.)
• U kunt een pad vullen of omlijnen met een kleur. (Zie “Paden vullen met kleur” op pagina 362.)
U kunt een opgeslagen pad aanduiden als een uitknippad om zo een gedeelte van een afbeelding transparant te maken bij
het exporteren van de afbeelding naar een toepassing voor paginalay-out of vectorbewerking. (Zie “Transparantie maken
met gebruik van uitknippaden” op pagina 458.)
Tekenmodi
Als u met de vormgereedschappen of de pen werkt, kunt u in drie verschillende modi werken. U kunt een modus kiezen
door een pictogram te selecteren in de optiebalk, terwijl u een vorm- of pengereedschap hebt geselecteerd.
Vormlagen Hiermee maakt u een vorm op een andere laag. Als u vormlagen wilt maken, kunt u zowel de
vormgereedschappen als de pengereedschappen gebruiken. Vormlagen zijn uitermate geschikt voor het maken van
afbeeldingen voor webpagina's, omdat ze gemakkelijk kunnen worden verplaatst, vergroot, verkleind, uitgelijnd en
gedistribueerd. U kunt meerdere vormen op één laag tekenen. Een vormlaag bestaat uit een opvullaag waarmee de kleur
van de vorm wordt gedefinieerd en een gekoppeld vectormasker waarmee de omtrek van de vorm wordt gedefinieerd. De
omtrek van een vorm wordt een pad genoemd en wordt in het palet Paden weergegeven.
Paden Hiermee tekent u een tijdelijk pad op de huidige laag. Dit pad kunt u vervolgens gebruiken om een selectie te maken,
een vectormasker te maken of u kunt dit pad vullen en omlijnen met kleur om rasterafbeeldingen te maken (zoals met een
tekengereedschap). Een tijdelijk pad gaat verloren, tenzij u het opslaat. Paden worden in het palet Paden weergegeven.










