Operation Manual

PHOTOSHOP CS3
Handboek
344
Een aangepaste vorm tekenen
U kunt aangepaste vormen tekenen door de vormen in het pop-uppalet Aangepaste vormen te gebruiken. U kunt ook een
vorm of een pad opslaan voor gebruik als een aangepaste vorm.
1 Selecteer het gereedschap Aangepaste vormen .
2 Kies een aangepaste vorm in het pop-uppalet Vorm in de optiebalk.
Als u de gewenste vorm niet kunt vinden in het palet, klikt u op de pijl in de rechterbovenhoek van het palet en kiest u een
andere categorie voor vormen. Wanneer wordt gevraagd of u de huidige vormen wilt vervangen, klikt u op Vervangen om
alleen de vormen in de nieuwe categorie weer te geven of op Toevoegen om de vormen toe te voegen aan de vormen die al
worden weergegeven.
3 Sleep in de afbeelding om een vorm te tekenen.
Een vorm of pad opslaan als aangepaste vorm
1 Selecteer in het palet Paden een pad. Dit kan een vectormasker voor een vormlaag zijn, maar ook een tijdelijk pad of een
eerder opgeslagen pad.
2 Kies Bewerken > Aangepaste vorm definiëren en voer in het dialoogvenster Naam vorm een naam in voor de nieuwe
aangepaste vorm. De nieuwe vorm wordt dan in het pop-uppalet Vorm weergegeven.
3 Als u een nieuwe aangepaste vorm wilt opslaan in een nieuwe bibliotheek, selecteert u Vormen opslaan in het menu van
het pop-uppalet.
Zie ook
“Werken met Beheer voorinstellingen” op pagina 43
Een in pixels omgezette vorm maken
Wanneer u een in pixels omgezette vorm maakt, tekent u een vorm, zet u deze om pixels en vult u deze met de
voorgrondkleur. In pixels omgezette vormen kunnen niet worden bewerkt als een vectorobject. In pixels omgezette vormen
worden gemaakt met de huidige voorgrondkleur.
1 Selecteer een laag. In pixels omgezette vormen kunnen niet worden gemaakt in een vectorlaag (bijvoorbeeld een
tekstlaag).
2 Selecteer een vormgereedschap en klik op de knop Vullen met pixels in de optiebalk.
3 Stel op de optiebalk de volgende opties in:
Modus Hiermee bepaalt u welke invloed de vorm heeft op de bestaande pixels in de afbeelding. (Zie “Overzicht van
overvloeimodi” op pagina 327.)
Dekking Hiermee kunt u bepalen in welke mate de pixels onder de vorm zichtbaar zijn of worden verborgen. Een vorm
met een dekking van 1% is vrijwel transparant en een vorm met een dekking van 100% is volledig ondoorzichtig.
Anti-alias Hiermee maakt u de pixels aan de rand vloeiender en laat u ze samenvloeien met de omringende pixels.
4 Stel aanvullende gereedschapspecifieke opties in. Zie “Opties voor vormgereedschappen” op pagina 345.
5 Teken de vorm.
Vormen bewerken
Een vorm is een opvullaag die is gekoppeld aan een vectormasker. U kunt de opvulling gemakkelijk wijzigen in een andere
kleur, een verloop of een patroon door de opvullaag van de vorm te bewerken. U kunt ook het vectormasker van de vorm
bewerken en zo de vormomtrek wijzigen en een stijl op de laag toepassen.
Als u de kleur van een vorm wilt wijzigen, dubbelklikt u op de miniatuur van de vormlaag in het palet Lagen en kiest u
een andere kleur via de kleurkiezer.