Operation Manual
PHOTOSHOP CS3
Handboek
377
afbeelding, waarbij de versie met tegels op de oorspronkelijke afbeelding wordt geplaatst en een deel van de oorspronkelijke
afbeelding onder de tegelranden zichtbaar is.
Omtreklijn Zoekt naar de overgangen van de helderste gebieden en voorziet deze van een dunne contour voor elk
kleurkanaal, voor een effect dat identiek is aan de lijnen in een contourkaart. Zie “Het filter Omtreklijn toepassen” op
pagina 380.
Wind Met dit filter plaatst u dunne horizontale lijntjes op de afbeelding om een windeffect te simuleren. U kunt kiezen uit
de methoden Wind, Storm voor een dramatischer windeffect, en Verspreid, waarbij de windlijnen op de afbeelding worden
verplaatst.
Structuurfilters
Met de structuurfilters geeft u een afbeelding diepte of inhoud, of geeft u de afbeelding een organisch uiterlijk.
Craquelure Dit filter tekent een afbeelding op een gipsoppervlak met veel reliëf, zodat een fijn netwerk van scheurtjes
ontstaat die de contouren van de afbeelding volgen. Met dit filter brengt u een reliëfeffect aan in afbeeldingen met een groot
aantal kleuren of grijswaarden.
Korrel Dit filter voegt structuur aan een afbeelding toe door diverse soorten korrel te simuleren: Standaard, Zacht,
Sprenkel, Klonter, In contrast, Vergroot, Stippel, Horizontaal, Verticaal en Spikkel uit het menu Type korrel.
Mozaïektegels Hiermee wijzigt u de afbeelding zo dat het lijkt alsof deze is opgebouwd uit kleine schijfjes of tegels met een
ruimte tussen de tegels. (Het filter Pixel > Mozaïek breekt een afbeelding daarentegen op in blokken pixels met
verschillende kleuren.)
Lappendeken Een afbeelding wordt verdeeld in vierkantjes die zijn opgevuld met de overheersende kleur in dat gedeelte
van de afbeelding. Het filter vermindert of verhoogt de diepte van de tegels willekeurig om de hooglichten en de schaduwen
aan te geven.
Gebrandschilderd glas Dit filter tekent een afbeelding opnieuw als aangrenzende cellen van één kleur met contouren in de
voorgrondkleur.
Structuurmaker Past een door u geselecteerde of gemaakte structuur op een afbeelding toe.
Videofilters
In het submenu Video vindt u de filters De-Interlace en NTSC-kleuren.
De-Interlace Het filter De-interlace maakt op video vastgelegde bewegende beelden vloeiender door ofwel de oneven ofwel
de even geïnterlinieerde lijnen in de afbeelding te verwijderen. U kunt kiezen of u de verwijderde lijnen wilt vervangen via
duplicatie of interpolatie.
NTSC-kleuren Met dit filter beperkt u het aantal kleuren tot de kleuren die acceptabel zijn voor weergave op televisie om te
voorkomen dat oververzadigde kleuren de scanlijnen van de televisie overschrijden.
Overige filters
Met de filters in het submenu Overige kunt u uw eigen filters maken, maskers wijzigen met behulp van filters, een selectie
verschuiven binnen een afbeelding en snelle kleurcorrecties aanbrengen.
Aangepast Hiermee kunt u uw eigen filtereffect ontwerpen. Met het filter Aangepast kunt u de helderheidswaarden van
elke pixel in de afbeelding veranderen volgens een vooraf gedefinieerde wiskundige bewerking die kronkeling wordt
genoemd. Aan elke pixel wordt een waarde toegewezen op basis van de waarden van de omliggende pixels. Deze bewerking
is identiek aan de berekeningen Toevoegen en Aftrekken voor kanalen.
U kunt de eigen filters die u maakt, opslaan en in andere Photoshop-afbeeldingen gebruiken. Zie “Een eigen filter maken”
op pagina 381.
Hooglichten Behoudt de randdetails in de opgegeven straal waar scherpe kleurovergangen voorkomen en onderdrukt de
rest van de afbeelding. (Met een straal van 0,1 pixel blijven alleen de randpixels behouden.) Het filter verwijdert weinig
voorkomende details uit een afbeelding en heeft het tegenovergestelde effect als het filter Gaussiaans vervagen.










