Operation Manual
PHOTOSHOP CS3
Handboek
458
3 Als u de afbeelding hebt geopend of geplaatst zonder deze te koppelen, verschijnt het dialoogvenster Photoshop
importeren. Kies een van de volgende opties en klik op OK:
• Photoshop-lagen converteren naar objecten om de lagen om te zetten in Illustrator-objecten. Met deze optie blijven
maskers, overvloeimodi, transparantie en naar keuze segmenten en afbeeldingen met hyperlinks behouden.
Aanpassingslagen en laageffecten van Photoshop worden echter niet ondersteund.
• Photoshop-lagen afvlakken naar een enkele afbeelding om alle lagen samen te voegen tot één laag. Met deze optie
behoudt u de vormgeving van de afbeelding, maar kunt u de afzonderlijke lagen niet meer bewerken.
Transparantie maken met gebruik van uitknippaden
U kunt gebruikmaken van uitknippaden voor het definiëren van de transparante gebieden in een afbeelding die u opneemt
in een paginaopmaakprogramma. In Mac OS kunt u Photoshop-afbeeldingen bovendien opnemen in een groot aantal
tekstverwerkingsbestanden.
Wellicht dat u slechts een gedeelte van een Photoshop-afbeelding wilt gebruiken als u de afbeelding afdrukt of opneemt in
een andere toepassing. Het kan bijvoorbeeld zijn dat u in de andere toepassing alleen een voorgrondobject wilt gebruiken,
met uitsluiting van de achtergrond. Met behulp van een uitknippad kuntueenvoorgrondobjectisolerenenderestvande
afbeelding transparant maken wanneer de afbeelding wordt afgedrukt of wordt opgenomen in een andere toepassing.
Opmerking: Paden zijn gebaseerd op vectoren en hebben daarom harde randen. U kunt de zachtheid van een doezelrand, zoals
in een schaduw, niet behouden wanneer u een uitknippad maakt.
Afbeelding geïmporteerd in Illustrator of InDesign, zonder uitknippad (links) en met uitknippad (rechts)
1 Teken een tijdelijk pad dat het gebied van de afbeelding bepaalt dat u wilt weergeven.
Als u het gebied van de afbeelding dat u wilt weergeven al hebt geselecteerd, kunt u de selectie omzetten in een tijdelijk pad.
Zie “Een selectie omzetten in een pad” op pagina 362 voor nadere instructies.
2 In het palet Paden slaat u het tijdelijke pad op als een pad.
3 Kies vervolgens Uitknippad in het menu van het palet Paden, stel de volgende opties in en klik op OK:
• Kies bij Pad het pad dat u wilt opslaan.
• Voor Afvlakking hoeft u geen waarde op te geven. De afbeelding wordt in dit geval afgedrukt volgens de
standaardwaarden van de printer en dat geeft meestal goede resultaten. Als er fouten optreden bij het afdrukken, geeft u
bij Afvlakking een andere waarde op, om te bepalen hoe de curve door PostScript wordt geïnterpreteerd. Bij een lage
waarde voor afvlakking worden meer rechte lijnen gebruikt om de curve te tekenen, en dat geeft het beste resultaat. U
kunt een waarde opgeven van 0,2 tot 100 pixels. Voor afdrukken met een hoge resolutie (1200 dpi tot 2400 dpi) is over
het algemeen voor afvlakking een waarde van 8 tot 10 aan te bevelen, bij afdrukken met een lage resolutie (300 dpi tot
600 dpi) een waarde van 1 tot 3.
4 Als u bij het afdrukken proceskleuren wilt gebruiken, moet u het bestand eerst omzetten in de CMYK-modus.
5 Sla het bestand op door een van de volgende handelingen uit te voeren:
• Als u het bestand wilt afdrukken op een PostScript-printer, slaat u het op in Photoshop EPS-, DCS- of PDF-indeling.
• Als u het bestand op een andere printer wilt afdrukken, slaat u het op in TIFF-indeling en exporteert u het naar Adobe
InDesign of naar Adobe PageMaker® 5.0 of hoger.










