Operation Manual

PHOTOSHOP CS3
Handboek
472
Rasters met proceskleuren onder verschillende rasterhoeken; correct geregistreerde stippen vormen rozetten.
In het traditionele drukprocédé wordt een halftoon geproduceerd door een halftoonraster tussen een film en de afbeelding
te plaatsen en de film vervolgens te belichten. In Photoshop geeft u de halftoonrasterkenmerken op vlak voordat u de film-
of papieruitvoer produceert. Voor de beste resultaten moet u het uitvoerapparaat (bijvoorbeeld een PostScript-zetmachine)
instellen op de juiste dichtheidlimiet en moet de processor juist zijn gekalibreerd. Als dit niet het geval is, kunnen de
resultaten tegenvallen.
Neem voordat u halftoonrasters produceert contact op met de drukker of de printshop voor de voorkeursinstellingen voor
frequentie, hoek, en punten. (Gebruik de standaardhoekinstellingen tenzij de drukker of printshop afwijkende instellingen
opgeeft.)
De kenmerken van een halftoonraster definiëren
1 Kies Bestand > Afdrukken.
2 Kies Uitvoer in het pop-upmenu en klik op Raster.
3 Kies in het dialoogvenster Halftoonraster of u uw eigen rasterinstellingen wilt genereren:
Maak de selectie van Standaardrasters printer gebruiken ongedaan als u uw eigen instellingen wilt kiezen.
Selecteer Standaardrasters printer gebruiken als u het standaardhalftoonraster van de printer wilt gebruiken. Photoshop
negeert dan bij het genereren van de halftoonrasters de specificaties in het dialoogvenster Halftoonraster.
4 Voer voor een grijswaardenhalftoonraster een frequentie in van 1 tot 999.999 en kies een maateenheid. Voer een
rasterhoek in van -180 tot +180 graden.
5 Kies voor een kleurscheiding een van de volgende opties:
Klik op Automatisch als u wilt dat Photoshop de beste frequenties en hoeken voor elk raster bepaalt. Voer in het
dialoogvenster Automatische rasters de resolutie van het uitvoerapparaat en de gewenste frequentie in en klik op OK.
Photoshop voert de waarden in het dialoogvenster Halftoonraster in. Het wijzigen van deze waarden kan leiden tot
moiré-patronen.
Als u een PostScript Level 2-printer of hoger gebruikt of een zetmachine die is uitgerust met een Emerald-controller,
moet u de optie Accurate rasters gebruiken selecteren in het dialoogvenster Automatische rasters (of in het
dialoogvenster Halftoonraster als u de waarden handmatig invoert). Met de optie Accurate rasters gebruiken kan de
toepassing de juiste hoeken en halftoonrasterfrequenties toepassen voor een hoge uitvoerresolutie. Als het
uitvoerapparaat geen PostScript Level 2-printer of hoger is of niet is uitgerust met een Emerald-controller, heeft deze
functie geen effect.
Opmerking: Bepaalde PostScript Level 3-printers negeren de instelling Accurate rasters gebruiken als de schermfrequentie te
laag is ingesteld (bepaald door de printer).
6 Kies bij Vorm de gewenste stipvorm. Als u wilt dat alle vier rasters dezelfde stipvorm gebruiken, selecteert u Dezelfde
vorm gebruiken voor alle inkten.
Als u Aangepast kiest in het menu Vorm, wordt het dialoogvenster Functie voor aangepaste steunkleuren weergegeven. U
kunt met PostScript-opdrachten aangepaste stipvormen definiëren. Dit is handig voor het afdrukken met
halftoonalgoritmen die niet standaard zijn. Raadpleeg voor informatie over PostScript-opdrachten het handboek PostScript
Language Reference. Dit handboek wordt uitgegeven door Addison-Wesley. U kunt ook contact opnemen met de
leverancier van de zetmachine.
105
90
75
45
0