Operation Manual

PHOTOSHOP CS3
Handboek
475
Overvulling om onjuist uitgelijnde kleuren te corrigeren
A. Onjuiste registratie zonder overvulling B. Onjuiste registratie met overvulling
Overvullen heeft tot doel onjuist uitgelijnde effen kleuren te corrigeren. In het algemeen is overvullen voor
continutoonafbeeldingen zoals fotos niet nodig. Bij te veel overvullen kan een omtrekeffect optreden. Deze problemen zijn
mogelijk niet zichtbaar op het scherm, maar wel op de afdruk. Photoshop hanteert de volgende standaardregels
voor overvullen:
Alle kleuren spreiden onder zwart.
Lichtere kleuren spreiden onder donkere kleuren.
Geel spreidt onder cyaan, magenta en zwart.
Zuiver cyaan en zuiver magenta spreiden gelijkmatig onder elkaar.
1 Sla een versie van het bestand op in RGB-modus zodat u een oorspronkelijke versie van de afbeelding hebt. Kies
vervolgens Afbeelding > Modus > CMYK-kleur om de afbeelding om te zetten in CMYK-modus.
2 Kies Afbeelding > Overvullen.
3 Geef voor Breedte de overvulwaarde op die de drukker of de printshop heeft opgegeven. Selecteer vervolgens een
maateenheid en klik op OK. Vraag de drukker of de printshop hoeveel onjuiste registratie u kunt verwachten.
De scanresolutie bepalen voor afdrukken
U kunt een aantal technieken gebruiken voor het bepalen van de scanresolutie van een foto. Als u foto's scant die u wilt
afdrukken en u de exacte grootte en afdrukschermfrequentie kent, kunt u de scanresolutie aan de hand van de volgende
technieken bepalen. Het is vaak handiger de maximale optische resolutie van uw scanner te gebruiken en de grootte van de
afbeelding later in Photoshop aan te passen.
De scanresolutie schatten
U kunt de resolutie voor de scan bepalen op basis van de afmetingen van de oorspronkelijke en de uiteindelijke afbeelding
en de resolutie van het uitvoerapparaat. De scanresolutie wordt omgezet in de afbeeldingsresolutie als u de gescande
afbeelding in Photoshop opent.
1 Ga op een van de volgende manieren te werk:
Bij laserprinters en zetmachines vermenigvuldigt u de rasterfrequentie van de printer met 2. Raadpleeg voor informatie
over de rasterfrequentie van uw printer de printerdocumentatie of neem contact op met de fabrikant.
Bij inkjetprinters raadpleegt u de printerdocumentatie voor de optimale resolutie. Veel printers en apparaten met
verfsublimatie die rechtstreeks op fotopapier afdrukken, hebben een optimale resolutie van 300 tot 400 dpi.
2 Bepaal de verhouding tussen de afmetingen van de uiteindelijke afbeelding en die van de oorspronkelijke afbeelding. De
verhouding tussen een uiteindelijke afbeelding van 6 bij 9 cm en een oorspronkelijke afbeelding van 2 bij 3 cm is 3:1.
3 Vermenigvuldig het resultaat van stap 1 met het resultaat van stap 2.
AB