Operation Manual

PHOTOSHOP CS3
Handboek
551
Een interpolatiemethode kiezen (Photoshop Extended)
Onder interpolatie wordt het invullen van de onbekende gegevens tussen twee bekende waarden verstaan. In digitale video's
en films betekent dit meestal dat er nieuwe waarden worden gegenereerd tussen twee keyframes. Als u een grafisch element
bijvoorbeeld gedurende 15 frames 50 pixels over het scherm naar links wilt verplaatsen, stelt u de positie van de afbeelding
in het eerste en vijftiende frame in en markeert u deze beide frames als keyframes. Photoshop interpoleert de frames tussen
de twee keyframes. (Interpolatie wordt ook wel tussenvoegen genoemd.) U kunt interpolatie tussen keyframes gebruiken
om beweging, dekking, stijlen en globale belichting te animeren.
In Photoshop bestaan twee typen interpolatie, namelijk lineaire interpolatie en interpolatie bewarem.
Lineaire interpolatie Hiermee brengt u een gelijkmatige wijziging tussen keyframes tot stand. Met lineaire interpolatie
aangebrachte wijzigingen beginnen en eindigen op abrupte wijze bij ieder keyframe.
Interpolatie bewaren Wijzigt de waarde van een eigenschap zonder geleidelijke overgang gedurende een tijdsperiode. Deze
interpolatiemethode is handig voor stroboscoopeffecten of als u wilt dat lagen plotseling tevoorschijn komen of verdwijnen.
Als u Interpolatie bewaren toepast op alle keyframes van een laageigenschap, blijft de waarde van het eerste keyframe
ongewijzigd tot het volgende keyframe wordt bereikt. Op dat moment worden de waarden meteen gewijzigd.
1 Selecteer een of meerdere keyframes in het palet Animatie.
2 Ga op een van de volgende manieren te werk:
Klik met de rechtermuisknop op een geselecteerd keyframe en kies Lineaire interpolatie of Interpolatie bewaren in het
contextmenu.
Open het menu van het palet Animatie en kies Interpolatie keyframe > Lineaire interpolatie of Interpolatie keyframe >
Bewaren.
Zie ook
“Keyframes gebruiken om laageigenschappen van animatie te voorzien (Photoshop Extended)” op pagina 549
Met de hand getekende animaties maken (Photoshop Extended)
U kunt een lege videolaag toevoegen aan uw document als u per frame met de hand getekende animaties wilt creëren. Door
eenlegevideolaagtoetevoegenboveneenvideolaagenvervolgensdedekkingvandelegevideolaagaantepassen,kuntu
de inhoud van de onderliggende videolaag zien. U kunt dan rotoscoop toepassen op de inhoud van de videolaag door op
de lege videolaag te tekenen. Zie ook “Frames tekenen in videolagen (Photoshop Extended)” op pagina 533.
Opmerking: Als u meerdere onafhankelijke elementen van animatie voorziet, maakt u afzonderlijke inhoud op verschillende
lege videolagen.
1 Maak een nieuw document.
2 Voeg een lege videolaag toe.
3 Teken op een laag of voeg inhoud toe aan de laag.
4 (Optioneel) Klik op de knop Semi-transparante lagen in-/uitschakelen om semi-transparante lagen in te schakelen.
5 Verplaats de huidige-tijdindicator naar het volgende frame.
6 Voeg inhoud toe aan de laag of teken op de laag, maar dan op een iets andere positie dan de inhoud in het vorige frame.
U kunt een leeg videoframe toevoegen, een frame dupliceren of een frame verwijderen uit de lege videolaag door de gewenste
opdracht te kiezen in het submenu Laag > Videolagen.
Wanneer u met de hand getekende frames maakt, kunt u een voorvertoning van de animatie weergeven door de huidige-
tijdindicator te slepen of de afspeelelementen in het palet Animatie te gebruiken.