Operation Manual

PHOTOSHOP CS3
Handboek
570
Een afbeeldingsstapel maken (Photoshop Extended)
U bereikt de beste resultaten wanneer de afbeeldingen in een afbeeldingsstapel dezelfde afmetingen en grotendeels
vergelijkbare inhoud hebben, zoals een groep foto's die vanaf hetzelfde punt zijn genomen of frames van een stationaire
videocamera. De inhoud van de afbeeldingen moet zozeer overeenkomen dat u ze kunt registeren of uitlijnen met de andere
afbeelding in de set.
1 Combineer de afbeeldingen in één afbeelding met meerdere lagen. Zie “Lagen dupliceren” op pagina 267.
Opmerking: Een afbeeldingsstapel dient minstens twee lagen te bevatten.
U kunt afbeeldingen ook combineren met gebruik van een script (Bestand > Scripts > Bestanden laden naar stapel).
2 Kies Selecteren > Alle lagen.
Opmerking: U dient de achtergrondlaag eerst om te zetten in een gewone laag om deze laag te kunnen selecteren met de
opdracht Alle lagen.
3 Kies Bewerken > Lagen automatisch uitlijnen en selecteer de uitlijningsoptie Automatisch. Als de lagen dan niet op de
juiste wijze worden geregistreerd, probeert u de optie Alleen positie wijzigen.
4 Kies Laag > Slimme objecten > Omzetten in slim object.
5 Kies Laag > Slimme objecten > Stapelmodus en selecteer een stapelmodus in het submenu.
Gebruik de insteekmodules Mediaan of Gemiddeld als u ruis wilt reduceren.
Gebruik de insteekmodule Mediaan als u objecten uit de afbeelding wilt verwijderen.
De uitvoer bestaat uit een samengestelde afbeelding van dezelfde grootte als de originele afbeeldingsstapel. Experimenteer
een beetje met de verschillende insteekmodules om te zien hoe u een bepaalde afbeelding het beste kunt verbeteren.
Kies een andere stapelmodus in het submenu om het rendereffect te wijzigen. De rendering van stapels is niet cumulatief,
elk rendereffect heeft betrekking op de originele afbeeldingsgegevens in de stapel en vervangt de vorige effecten.
Stapelmodi
Stapelmodi werken op één kanaal en alleen op niet-transparante pixels. De modus Maximaal levert bijvoorbeeld de
maximale waarden van de rode, groene en blauwe kanalen op voor een doorsnede van pixels en voegt deze samen tot één
samengestelde pixelwaarde in de gerenderde afbeelding.
Naam renderinsteekmodule Resultaat Opmerkingen
Entropie entropie = - totaal( (waarschijnlijkheid van waarde) *
log2( waarschijnlijkheid van waarde) )
Waarschijnlijkheid van waarde = (aantal malen dat
waarde voorkomt) / (totaal aantal niet-transparante
pixels)
De binaire entropie (ofwel entropie met volgorde nul)
bepaalt de ondergrens van het aantal bits dat nodig is
om de gegevens in een set zonder verlies te coderen.
Welving welving = ( totaal( (waarde -gemiddelde)
4
) van niet-
transparante pixels ) / ( ( aantal niet-transparante
pixels - 1 ) * (standaardafwijking)
4
)
Een meting van de welving of platheid in vergelijking
met de normale distributie. De welving van een
gewone standaarddistributie is 3.0. Een welving van
meer dan drie verwijst naar een distributie met pieken
en een welving van minder dan drie verwijst naar een
platte distributie (in verhouding tot de
standaarddistributie).
Maximaal De maximale kanaalwaarden voor a
lle niet-
transparante pixels
GemiddeldDe gemiddelde kanaalwaarden voor alle niet-
transparante pixels
Geschikt voor het reduceren van ruis
Mediaan De mediaan van de kanaalwaarden voor alle niet-
transparante pixels
Geschikt voor het reduceren van ruis en het
verwijderen
van ongewenste inhoud uit de
afbeelding
Minimaal De minimale kanaalwaarden voor alle niet-
transparante pixels