Operation Manual

PHOTOSHOP CS3
Handboek
572
of de metingen van een of meerdere afbeeldingen vastleggen. De meetgegevens worden vastgelegd in het palet
Metingslogbestand. U kunt de kolommen in het metingslogbestand aanpassen, u kunt de gegevens in de kolommen
sorteren en u kunt gegevens uit het logbestand exporteren naar een CSV-bestand (een kommagescheiden bestand).
Op www.adobe.com/go/vid0029_nl vindt u een video over de meetfuncties.
Metingsschaal
Wanneer u een metingsschaal instelt, wordt een opgegeven aantal pixels in de afbeelding ingesteld dat overeenkomt met
een bepaald aantal schaaleenheden, zoals inches, millimeters of microns. Nadat u een schaal hebt gemaakt, kunt u gebieden
meten en berekeningen ontvangen en de resultaten vastleggen in de geselecteerde schaaleenheden. U kunt meerdere
voorinstellingen voor metingsschalen maken, maar u kunt slechts één schaal tegelijk gebruiken in een document.
Schaalmarkeringen
U kunt schaalmarkeringen op een afbeelding plaatsen om de metingsschaal weer te geven. U kunt desgewenst een bijschrift
bij schaalmarkeringen weergeven waarin de schaaleenheden worden weergegeven.
De metingsschaal instellen (Photoshop Extended)
U gebruikt het gereedschap Liniaal om de metingsschaal voor een document in te stellen. U kunt voorinstellingen voor
metingsschalen maken voor metingsschalen die u vaak gebruikt. Voorinstellingen worden toegevoegd aan het submenu
Analyse > Metingsschaal instellen. De huidige metingsschaal voor het document wordt in het submenu gemarkeerd met
een vinkje en weergegeven in het palet Info.
Kies Analyse > Metingsschaal instellen > Standaard om de standaardmetingsschaal van 1 pixel = 1 pixel te herstellen.
De metingsschaal instellen
1 Open een document.
2 Kies Analyse > Metingsschaal instellen > Aangepast. Het gereedschap Liniaal wordt automatisch geselecteerd. Sleep
het gereedschap om een pixelafstand in de afbeelding te meten of typ een waarde in het tekstvak Pixellengte. Als u het
dialoogvenster Metingsschaal sluit, wordt de huidige instelling van het gereedschap hersteld.
3 Geef de logische eenheden en de logische lengte op die passen bij de pixellengte.
Stel bijvoorbeeld dat 50 is ingesteld als de pixellengte en dat u een schaal van 50 pixels per micron wilt instellen. In dat geval
geeft u 1 op bij Logische Lengte en microns als logische eenheden.
4 Klik op OK in het dialoogvenster Metingsschaal om de metingsschaal voor het document in te stellen.
5 Kies Bestand > Opslaan om de huidige instelling voor de metingsschaal samen met het document op te slaan.
Als u de schaal wilt weergeven in het palet Info, kiest u Paletopties in het menu van het palet en kiest u Metingsschaal in
het gebied Statusinformatie.
Als u de metingsschaal onder aan het documentvenster wilt weergeven, kiest u Weergeven > Metingsschaal in het menu
van het documentvenster.
Een voorinstelling voor een metingsschaal maken
1 Open een document.
2 Kies Analyse > Metingsschaal instellen > Aangepast.
3 Maak een metingsschaal.
4 Klik op Voorinstelling opslaan en geef de voorinstelling een naam.
5 Klik op OK. De voorinstelling die u hebt gemaakt, wordt toegevoegd aan het submenu Analyse > Metingsschaal
instellen.
Een voorinstelling voor een metingsschaal verwijderen
1 Kies Analyse > Metingsschaal instellen > Aangepast.
2 Selecteer de voorinstelling die u wilt verwijderen.