Operation Manual
PHOTOSHOP CS3
Handboek
581
De 3D-camera bewerken
U kunt de gereedschappen voor het bewerken van de camera gebruiken om het gezichtspunt van de camera te verplaatsen
terwijl de positie van het 3D-object ongewijzigd blijft.
Kies Paletopties in het menu van het palet Info en selecteer Knopinfo tonen om knopinfo over de 3D-gereedschappen weer
te geven. Klik op een gereedschap en plaats de cursor in het afbeeldingsvenster om informatie over het gereedschap weer te
geven in het palet Info.
1 Klik op De 3D-camera bewerken op de optiebalk.
2 Klik op een van de gereedschappen voor camerabewerking om het te activeren.
Houd Shift tijdens het slepen ingedrukt om slechts in één richting te verplaatsen met de gereedschappen voor draaien,
pannen of lopen.
Draaien Sleep om de camera in de x- of y-richting te draaien. Houd Ctrl (Windows) of Option (Mac OS) tijdens het slepen
ingedrukt om de camera om de z-as te draaien.
Draaien om de z-as Sleep om de camera om de z-as te draaien.
Pannen Sleep om de camera in de x- of y-richting te pannen. Houd Ctrl (Windows) of Option (Mac OS) tijdens het slepen
ingedrukt om in de x- of z-richting te pannen.
Wandelen Sleep om de camera te laten lopen (z-bewerking en y-rotatie). Houd Ctrl (Windows) of Option (Mac OS) tijdens
het slepen ingedrukt om in de z- of x-richting te lopen (z-bewerking en x-rotatie).
Zoomen Sleep om het gezichtspunt van de 3D-camera te wijzigen. Het maximale gezichtsveld is 180.
Klik op de pijl rechts van de gereedschappen voor camerabewerking om de instellingen voor 3D-camera te openen en de
numerieke waarden voor de x-, y- en z-positie, rotatie of gezichtshoek van de 3D-camera weer te geven of te bewerken.
Selecteer Orthografische weergave om het model op de juiste schaal weer te geven zonder enige vorm van
perspectiefvervorming.
3D-cameraweergaven wijzigen of maken
❖
Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Selecteer een vooraf ingestelde cameraweergave van het model in het menu Weergeven.
• Als u een aangepaste weergave wilt toevoegen, plaatst u de 3D-camera in de gewenste positie met de gereedschappen
voor camerabewerking en klikt u op Opslaan op de optiebalk.
Klik op het pictogram Terug naar standaardcamera op de optiebalk als de gereedschappen voor camerabewerking zijn
geselecteerd om de standaardweergave van het model te herstellen.
Belichtingseffecten wijzigen
U kunt verschillende belichtingseffecten toepassen op een 3D-model, zoals daglicht, binnenbelichting of gekleurde
belichting. Het is ook mogelijk de belichting volledig te verwijderen om een silhoueteffect te bereiken. De
standaardinstelling is Lichten uit bestand. Het 3D-model wordt dan weergegeven met de belichtingsinstellingen uit het
oorspronkelijke bestand (dat is gemaakt in een 3D-programma).
❖ Klik op Instellingen belichting en weergave en selecteer een belichtingsmodus in het pop-uppalet.
De rendereffecten wijzigen
De standaardrendermodus is Effen. Sommige modi, zoals draadframe, omtrek of hoekpunten, onthullen de onderliggende
structuur van de onderdelen van het model. U kunt draadframes en effen rendering (de modus Effen draadframe)
combineren of de transparantie van effen gebieden in het model aanpassen (Transparant of Transparant draadframe).










