Operation Manual
PHOTOSHOP CS3
Handboek
594
3 Kies de bestanden die u wilt verwerken in het pop-upmenu Bron.
Map Verwerkt bestanden in een map die u opgeeft. Klik op Kiezen om de map te zoeken en te selecteren.
Importeren Verwerkt afbeeldingen van een digitale camera, scanner of PDF-document.
Geopende bestanden Verwerkt alle geopende bestanden.
Bridge Verwerkt geselecteerde bestanden in Adobe Bridge. Als er geen bestanden zijn geselecteerd, worden de bestanden
in de huidige Bridge-map verwerkt.
4 Stel opties voor het verwerken, opslaan en benoemen van bestanden in. Zie “Opties voor het verwerken van batches en
druppels” op pagina 595 voor een uitleg van de instellingen in het dialoogvenster Batch.
Een batch bestanden verwerken met verschillende indelingen die zich bevinden in geneste mappen
1 Verwerk de mappen op de gebruikelijke wijze tot de stap Doel.
2 Kies Opslaan en sluiten als doel. U kunt opties voor 'Handeling negeren "Opslaan als"-opdrachten' opgeven om het
volgende te doen:
• Als in de stap "Opslaan als" in de handeling een bestandsnaam is opgenomen, wordt het bestand overschreven met de
naam van het document dat wordt opgeslagen. Alle "Opslaan als"-stappen worden verwerkt alsof deze zonder
bestandsnaam zijn opgenomen.
• De map die u in de handelingsstap "Opslaan als" hebt opgegeven, wordt overschreven door de oorspronkelijke map van
het document.
Opmerking: U dient een stap Opslaan als op te nemen in de handeling, want de opdracht Batch slaat bestanden niet
automatisch op.
Met deze procedure kunt u bijvoorbeeld afbeeldingen in hun oorspronkelijke mappen verscherpen, vergroten/verkleinen
en opslaan in JPEG-indeling. U maakt een handeling die een stap Verscherpen, Vergroten/verkleinen en een stap "Opslaan
als JPEG" bevat. Wanneer u deze handeling als batch verwerkt, selecteert u Inclusief alle submappen, kiest u als doel
Opslaan en sluiten en selecteert u 'Handeling negeren "Opslaan als"-opdrachten'.
Op www.adobe.com/go/learn_ps_processraw_nl vindt u een zelfstudie over technieken voor afbeeldingsverwerking.
Een druppel van een handeling maken
Een druppel past een handeling toe op een of meerdere afbeeldingen of op een map met afbeeldingen die u naar het
druppelpictogram sleept. U kunt een druppel opslaan op het bureaublad of op een andere locatie op de schijf.
Druppelpictogram
Handelingen zijn de basis van druppels. Eerst maakt u de gewenste handeling in het palet Handelingen; daarna kunt u er
een druppel van maken. (Zie “Handelingen opnemen” op pagina 588.)
1 Kies Bestand > Automatisch > Druppel maken.
2 Geef op waar u de druppel wilt opslaan. Klik op Kiezen in het gedeelte Druppel opslaan in van het dialoogvenster en
blader naar de locatie waar u de druppel wilt opslaan.
3 Selecteer de handelingenset en bepaal welke handeling u in de menu's Set en Handeling wilt gebruiken. (Selecteer de
handeling in het palet Handelingen voordat u het dialoogvenster opent om deze menu's vooraf te selecteren.)
4 Stel opties voor het verwerken, opslaan en benoemen van bestanden in. Zie “Opties voor het verwerken van batches en
druppels” op pagina 595 voor een uitleg van de instellingen in het dialoogvenster Batch.










