Operation Manual

PHOTOSHOP CS3
Handboek
597
JavaScript uitvoeren
Kies Bestand > Scripts en selecteer vervolgens het script uit de lijst. De lijst met scripts bevat alle scriptbestanden die de
extensie .JS of .JSX hebben en die in de map Photoshop CS3/Voorinstellingen/Scripts staan. Om een script te kunnen
uitvoeren dat zich op een andere locatie bevindt, kiest u Bestand > Scripts > Bladeren en bladert u naar het gewenste script.
Scripts en handelingen automatisch uitvoeren
U kunt een gebeurtenis instellen, zoals het openen, opslaan of exporteren van een bestand in Photoshop, die een JavaScript-
of Photoshop-handeling activeert. In Photoshop zijn diverse standaardgebeurtenissen beschikbaar, maar u kunt ook het
script of de handeling laten activeren door elke willekeurige, op scripts voorbereide Photoshop-gebeurtenis. Zie de
Photoshop Scripting Guide voor meer informatie over op scripts voorbereide gebeurtenissen.
1 Kies Bestand > Scripts > Script Events Manager.
2 Selecteer Gebeurtenissen inschakelen om scripts/handelingen uit te voeren.
3 Kies in het menu Photoshop-gebeurtenis de gebeurtenis die het script of de handeling start.
4 Selecteer Script of Handeling en kies vervolgens het script of de handeling die moet worden uitgevoerd als de gebeurtenis
zich voordoet.
In Photoshop zijn diverse voorbeeldscripts beschikbaar. Om een ander script te kunnen uitvoeren kiest u Bladeren en
bladert u naar het gewenste script. Kies voor handelingen de handelingenset in het eerste pop-upmenu en een handeling in
die set uit het tweede menu. De handeling moet in het palet Handelingen worden geladen voordat u deze in de menu's kunt
weergeven.
5 Klik op Toevoegen. De gebeurtenis en het daarbij behorende script of de handeling worden in het dialoogvenster
weergegeven.
6 Om afzonderlijke gebeurtenissen uit te schakelen en te verwijderen, selecteert u de gebeurtenis in de lijst en klikt u op
Verwijderen. Als u alle gebeurtenissen wilt uitschakelen, maar deze niet uit de lijst wilt verwijderen, schakelt u
Gebeurtenissen inschakelen om scripts/handelingen uit te voeren uit.
Gegevensgestuurde afbeeldingen maken
Gegevensgestuurde afbeeldingen
Gegevensgestuurde afbeeldingen maken het mogelijk om meerdere versies van een afbeelding snel en nauwkeurig voor
afdruk- of webprojecten te produceren. U kunt bijvoorbeeld honderd exemplaren van een webbanner produceren met
verschillende tekst en afbeeldingen, allemaal gebaseerd op een sjabloonontwerp.
U genereert de illustraties door deze vanuit Photoshop te exporteren. U kunt ook sjablonen maken voor gebruik in andere
programma's, zoals Adobe GoLive of Adobe Graphics Server (zie “Sjablonen opslaan voor gebruik met andere Adobe-
producten” op pagina 603).
Voer de volgende stappen uit om illustraties te maken met behulp van sjablonen en gegevenssets:
1. Maak de basisafbeelding die u als sjabloon wilt gebruiken.
Gebruik lagen om de elementen te scheiden die u in de afbeelding wilt wijzigen.
2. Definieer de variabelen in de afbeelding.
Met variabelen worden de delen in de afbeelding opgegeven die worden gewijzigd. (Zie “Variabelen definiëren” op
pagina 598.)
3. Maak of importeer de gegevenssets.
U kunt de gegevenssets in de sjabloon maken, of deze uit een tekstbestand importeren. (Zie “Een gegevensset definiëren
op pagina 600 en “Gegevenssets maken in externe bestanden” op pagina 601.)