Operation Manual
604
Hoofdstuk 21: Sneltoetsen
Met sneltoetsen kunt u uw productiviteit verhogen in Photoshop. U kunt de hier vermelde standaardsneltoetsen gebruiken
of u kunt sneltoetsen toevoegen en aan uw wensen aanpassen.
Sneltoetsen aanpassen
Informatie over het aanpassen van sneltoetsen
U kunt in Photoshop een lijst met alle sneltoetsen weergeven en sneltoetsen maken of bewerken. Het dialoogvenster
Sneltoetsen fungeert als een editor voor sneltoetsen. Het bevat alle opdrachten waarvoor sneltoetsen worden ondersteund,
enkele daarvan komen niet voor in de standaardset met sneltoetsen.
Naast het gebruik van sneltoetsen kunt u veel opdrachten ook starten vanuit contextgevoelige menu's. In contextgevoelige
menu's worden opdrachten weergegeven die betrekking hebben op de actieve functie of selectie of het actieve palet. Klik met
de rechtermuisknop (Windows) of houd Control ingedrukt en klik (Mac OS) in het documentvenster of het palet om een
contextgevoelig menu te openen.
Nieuwe sneltoetsen definiëren
1 Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Kies Bewerken > Sneltoetsen.
• Kies Venster > Werkruimte > Sneltoetsen en menu's en klik op het tabblad Sneltoetsen.
2 Kies een set sneltoetsen in het menu Set boven in het dialoogvenster Sneltoetsen en menu's.
3 Kies een type sneltoetsen in het menu Sneltoetsen voor:
Toepassingsmenu's Hiermee kunt u de sneltoetsen voor de items in de menubalk aanpassen.
Paletmenu's Hiermee kunt u de sneltoetsen voor de items in de paletmenu's aanpassen.
Gereedschappen Hiermee kunt u de sneltoetsen voor de gereedschappen in de gereedschapset aanpassen.
4 Selecteer de sneltoets die u wilt wijzigen in de kolom Sneltoets van de keuzelijst.
5 Typ een nieuwe sneltoets.
Er wordt een waarschuwing afgebeeld wanneer de sneltoets al is toegewezen aan een andere opdracht of een ander
gereedschap in de set. Klik op Accepteren om de sneltoets aan de nieuwe opdracht of het nieuwe gereedschap toe te wijzen
en de eerder toegewezen sneltoets te wissen. Nadat u een sneltoets opnieuw hebt toegewezen, kunt u op Wijzigingen
ongedaan maken klikken om de wijziging ongedaan te maken. U kunt ook op Accepteren en naar conflict gaan klikken om
een nieuwe sneltoets toe te wijzen aan de andere opdracht of het andere gereedschap.
6 Als u klaar bent met het wijzigen van sneltoetsen, voert u een van de volgende handelingen uit:
• Klik op de knop Set opslaan om alle wijzigingen in de huidige set met sneltoetsen op te slaan. Wijzigingen in een
aangepaste set worden dan opgeslagen. Wanneer u de wijzigingen opslaat naar de set Photoshop standaardinstellingen,
wordt het dialoogvenster Opslaan geopend. Typ een naam voor de nieuwe set en klik op Opslaan.
• Klik op de knop Set opslaan als wanneer u een nieuwe set wilt maken die is gebaseerd op de huidige set met
sneltoetsen. Geef een naam voor de nieuwe set op in het tekstvak Naam in het dialoogvenster Opslaan en klik op
Opslaan. De nieuwe sneltoetsenset wordt met de nieuwe naam weergegeven in het pop-upmenu.
• Als u de laatste opgeslagen wijziging wilt annuleren zonder het dialoogvenster te sluiten, klikt u op Ongedaan maken.
• Als u de standaardinstellingen van de nieuwe sneltoets wilt herstellen, klikt u op Standaard gebruiken.
• Als u de geselecteerde sneltoetsenset wilt exporteren naar een HTML-bestand, klikt u op Samenvatten. U kunt dit
HTML-bestand gebruiken om de set met sneltoetsen weer te geven in een webbrowser.










