Operation Manual
Helderheid
Levendigheid
Verzadiging
Uitknippen van hooglichten en schaduwen voorvertonen
Tijdens het werken aan een foto kunt u uitgeknipte kleurtinten voorvertonen. Onder uitknippen (clipping) wordt het verschuiven van pixelwaarden
naar de hoogste hooglichtwaarde of de laagste schaduwwaarde verstaan. Uitgeknipte gebieden zijn helemaal wit of helemaal zwart, zonder
afbeeldingsdetails. U kunt uitgeknipte gebieden voorvertonen door de schuifregelaars voor tint in het deelvenster Standaard aan te passen.
U vindt uitknipindicatoren
boven aan het deelvenster Histogram in de module Ontwikkelen. De zwarte uitknipindicator (schaduw) bevindt zich
links en de witte indicator (hooglicht) rechts.
Verplaats de schuifregelaar Zwarte tinten en bekijk de zwarte uitknipindicator. Verplaats de schuifregelaar Herstel of Witte tinten en bekijk de
witte uitknipindicator. Een indicator wordt wit wanneer het uitknippen alle kanalen betreft. Een gekleurde uitknipindicator geeft aan dat het
uitknippen een of twee kanalen betreft.
Als u een voorvertoning van het uitknippen in de foto wilt zien, plaatst u de muis boven de uitknipindicator. Klik op de indicator om de
voorvertoning ingeschakeld te laten.
Uitgeknipte zwarte gebieden in de foto worden blauw, terwijl witte gebieden rood worden.
Als u de uitgeknipte afbeeldingsgebieden voor elk kanaal wilt zien, drukt u op Alt (Windows) of Option (Mac OS) en verplaatst u een
schuifregelaar in het deelvenster Standaard van de module Ontwikkelen.
De afbeelding wordt zwart als u de schuifregelaars Witte tinten en Herstel gebruikt, terwijl uitgeknipte gebieden wit lijken. Als u de
schuifregelaar Zwarte tinten gebruikt, wordt de afbeelding wit en ogen bijgesneden gebieden zwart. Gekleurde gebieden geven aan dat er
sprake is van uitknippen in één kleurkanaal (rood, groen, blauw) of twee kleurkanalen (cyaan, magenta, geel).
De algemene kleurverzadiging instellen
In het gedeelte Presentie van het deelvenster Standaard kunt u de kleurverzadiging (levendigheid of puurheid van de kleur) van alle kleuren
wijzigen met de besturingselementen Helderheid, Levendigheid en Verzadiging. (Om de verzadiging voor een specifieke kleurenreeks aan te
passen, gebruikt u de besturingselementen in het deelvenster HSL / Kleur / Zwart-wit.)
Hiermee voegt u diepte aan een afbeelding toe door het plaatselijke contrast te verhogen. Als u deze instelling gebruikt, kunt u
het beste inzoomen op 100% of meer. U versterkt het effect door de instelling te verhogen totdat u stralenkransen ziet bij de randdetails van
de afbeelding, en de instelling daarna enigszins te verlagen. Bekijk de videozelfstudie: Helderheid: basiskennis.
Hiermee wordt de verzadiging aangepast, zodat uitknippen wordt geminimaliseerd wanneer kleuren bijna volledig verzadigd
zijn. Hierbij wordt de verzadiging van alle kleuren met weinig verzadiging in mindere mate gewijzigd dan die van kleuren met meer
verzadiging. Levendigheid voorkomt ook dat huidskleuren oververzadigd raken.
Hiermee wordt de verzadiging van alle afbeeldingskleuren gelijkmatig aangepast, van -100 (zwart-wit) tot +100 (dubbele
verzadiging).
Echte vrienden weerhouden je ervan een te hoge helderheid te gebruiken
Alles helder over Helderheid?
Het toonbereik nauwkeurig instellen met het deelvenster Kleurtintcurve
In de grafiek in het deelvenster Kleurtintcurve van de module Ontwikkelen ziet u de wijzigingen die in het toonbereik van een foto zijn aangebracht.
De horizontale as vertegenwoordigt de oorspronkelijke kleurtoonwaarden (invoerwaarden), met zwart aan de linkerkant en geleidelijk lichter
Leer hoe u het effect Helderheid niet te veel
gebruikt in Lightroom 3 of Lightroom 4....
Meer informatie
http://goo.gl/LDNUE
door Laura Shoe
Deel uw kennis op
Adobe Community Help
Laura geeft een aantal voorbeelden, zodat u
kunt zien hoe het effect er in Lightroom 3 of
Lightroom 4 uitziet.... Meer informatie
http://goo.gl/sdZbz
door Laura Shoe
Deel uw kennis op
Adobe Community Help
125










