Operation Manual

Instructies voor plaatsing en aansluiting
44
Elektrische aansluiting
Informatie omtrent de netspan-
ning, de stroomsoort en de vereiste
stroomveiligheden dient u van het
typeplaatje af te lezen. Het type-
plaatje bevindt zich bovenaan ach-
ter de deur.
;
Dit apparaat voldoet aan de
volgende EG-richtlijnen:
– de ”Laagspanningsrichtlijn" 73/23/EWG met wijzigingen
– de ”EMV-richtlijn" 89/336/EWG met wijzigingen
De wateraansluiting
3
De wasmachine is met veiligheidsvoorzieningen uitgerust die een te-
rugkerende vervuiling van het drinkwater voorkomen en aan de regle-
mentaire voorschriften van de waterinstanties beantwoorden (voor
Duitsland b.v.: de DVGW-richtlijnen). Overige veiligheidsmaatregelen
tijdens de installatie zijn daarom niet nodig.
Opgelet!
– Toestellen bedoeld voor aansluiting aan koud water mogen niet aan
warm water aangesloten worden!
– Voor de aansluiting mag enkel een nieuwe set slangen gebruikt
worden!
Toegelaten waterdruk
De waterdruk moet minstens 1bar (= 10N/cm
2
= 0,1MPa) en mag
maximaal 10bar (= 100N/cm
2
= 1MPa) bedragen.
Bij meer dan 10bar: De drukverminderingsklep voorschakelen.
Bij minder dan 1bar: De toevoerslang aan de kant van de wasmachine
aan de magneetinlaatklep losschroeven en de regelaar voor de door-
stromingshoeveelheid verwijderen (daartoe de zeef met een punttang
verwijderen en de zich daarachter bevindende rubberschijf verwijde-
ren). De zeef terugplaatsen.