Operation Manual

28
Wasautomaat trilt tij-
dens het wassen of
staat niet stil.
Transportbeveiliging is niet
verwijderd.
Transportbeveiliging verwij-
deren.
Schroefvoeten zijn niet goed
afgesteld.
De voeten volgens de op-
stel- en aansluitaanwijzing
afstellen.
Er zit te weinig wasgoed in
de trommel (bijv. alleen een
badjas).
Dit heeft geen nadelige in-
vloed op de werking van het
apparaat.
Er loopt water onderuit
de wasautomaat.
Schroefverbinding van de
toevoerslang zit niet vast.
Toevoerslang vastschroeven.
Afvoerslang is lek. Afvoerslang vervangen.
Deksel van de afvoerpomp is
niet goed gesloten.
Deksel goed sluiten.
Er zat wasgoed tussen de
deur geklemd.
De wasautomaat de volgen-
de keer zorgvuldig vullen.
Aftapslang is lek. Aftapslang goed aansluiten.
Wasverzachter wordt
niet ingespoeld. Vak w
voor nabehandelings-
middel is met water
gevuld.
Het inzetbakje in het vakje
voor nabehandelingsmiddel
is niet goed bevestigd of is
verstopt.
Wasmiddellade reinigen, in-
zetstuk voor wasverzachter
goed bevestigen.
Wasgoed is erg ge-
kreukt.
Eventueel te veel wasgoed in
de machine gedaan.
Let op de maximale belading.
Deur kan bij ingescha-
keld apparaat niet wor-
den geopend. In het
display verschijnt het
symbool
v
.
Deur is om veiligheidsrede-
nen vergrendeld.
Wachten tot het symbool O
verschijnt.
Het display gaat uit tij-
dens het verloop van
een wasprogramma.
Stroomuitval.
De vuldeur blijft om veilig-
heidsredenen ca. 4 minuten
vergrendeld.
Het programma gaat verder
wanneer de stroomuitval
voorbij is.
Wasgoed uit de wasauto-
maat halen:
als er water in het apparaat
zichtbaar is, voor het openen
van de deur eerst het water
aftappen.
De achtergrondverlich-
ting van het display
gaat uit terwijl het ap-
paraat is ingeschakeld.
De wasautomaat bevindt
zich in de modus stand-by.
Druk op een willekeurige
toets.
Storing Mogelijke oorzaak Oplossing