Operation Manual

Informatie voor de gebruiker
28
Hulp bij storingen
Tijdens de fabricage van deze wasautomaat zijn vele controles
uitgevoerd. Als er echter een storing optreedt, lees dan eerst
onderstaande aanwijzingen voordat u contact opneemt met onze
service-afdeling.
Probleem Oorzaak
De machine start niet of er
wordt geen water toegevoerd:
de machine is niet correct aangeslo-
ten, de elektrische installatie werkt
niet,
het machinedeksel en de trommelklep-
pen zijn niet goed gesloten,
u hebt het programma niet goed ges-
tart,
er is een stroomstoring,
de watertoevoer is afgesloten,
de waterkraan is dicht,
de watertoevoer is geblokkeerd.
Er wordt water toegevoerd,
maar meteen weer
weggepompt:
de afvoerslang hangt te laag (zie hoofds-
tuk Installatie).
De machine centrifugeert niet
of pompt niet:
de afvoerslang is verstopt of gedraaid,
het afvoerfilter is verstopt,
de onbalansherkenning is in werking
getreden; slechte verdeling van het was-
goed in de trommel,
u hebt programma pompen of functie
"nachtstand"* gekozen,
de afvoerslang hangt niet op de juiste
hoogte.
Er ligt water op de vloer rond
de wasautomaat:
te veel wasmiddel heeft te veel schuim
gevormd en dat is overstroomd,
het wasmiddel is niet geschikt voor machi-
naal wassen,
de afvoerslang hangt niet goed,
het afvoerfilter is niet op z'n plek gezet,
de watertoevoerslang lekt.