Operation Manual

13
Aanwijzingen m.b.t. de
veiligheid
Het ingestelde type gas is aangegeven op
een sticker naast de gasaansluiting. Bij
ombouw moet de sticker worden vervangen.
Het ombouwen van gasinstallaties mag
alleen door een erkend installateur uitge-
voerd worden.
Vóór het ombouwen moet het apparaat
worden losgekoppeld van gas- en stroom-
voorziening: draai de gaskraan dicht en
schakel de zekeringen in de huisinstallatie
uit.
Vervangen van de sproeiers
De pannendragers verwijderen.
De branders en de vonkontsteking
verwijderen.
M.b.v. een steeksleutel van 7 mm de
gassproeiers losschroeven en verwijderen
(afb. 6).
In omgekeerde volgorde nieuwe
gassproeiers monteren (zie tabel).
De sticker naast de gasaansluiting
vervangen. Deze sticker wordt met het
apparaat meegeleverd.
Als de gasdruk afwijkt van de waarde
zoals vermeld op de sticker naast de
gasaansluiting, moet volgens de geldende
normen een passende drukregelaar op de
inlaattube worden geplaatst.
Regeling gaspitten
De brander ontsteken.
De bedieningsknop op “minimale
gastoevoer” draaien.
De knop verwijderen.
De bypass afregelschroef (afb. 7) m.b.v. een
dunne schroevendraaier regelen. Bij het
omschakelen van aardgas naar butaangas
Ombouw naar vloeibaar gas
moet de schroef met de wijzers van de klok
mee worden vastgedraaid, tot een kleine
regelmatige vlam is verkregen.
Controleer of de vlam blijft branden als u
de knop snel van maximaal naar minimaal
draait.
FO 0392
afb. 6
afb. 7
bypass afregelschroef
Brander Ø bypass
1/100 mm
Sudderbrander 28
Normaalbrander 32
Sterkbrander
(mod. 60404 G-M)
42
Wokbrander
(mod. 65754 G-M)
56
Tabel 2: diameters bypass afregel-
schroeven