Operation Manual

71
4. Na het ontdooien apparaat incl. accessoires grondig reinigen (zie hoof-
dstuk "Reiniging en onderhoud").
5. Levensmiddelen terugplaatsen en apparaat weer in gebruik nemen.
Reiniging en onderhoud
Om hygiënische redenen dient het apparaat aan de binnenkant met
toebehoren geregeld gereinigd te worden.
1
Waarschuwing!
Het apparaat mag tijden het schoonmaken niet op het electrici-
teitsnet aangesloten zijn. Gevaar voor schokken! Zet voor het
schoonmaken het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact
of schakel c.q. draai de zekering er uit.
Het apparaat nooit met stoomreinigingsapparaten schoonmaken. Er
kan vocht in de electrische onderdelen komen. Gevaar voor schokken!
Hete damp kan kunstoffen onderdelen beschadigen.
Het apparaat dient droog te zijn voordat het weer in gebruik geno-
men wordt.
Let op!
Etherische oliën en organische oplosmiddelen kunnen kunststof
onderdelen aantasten, bijv.
Sap van citroen of sinaasappelschillen;
boterzuur;
Schoonmaakmiddelen die azijnzuren bevatten.
Dergelijke substanties niet in contact brengen met apparaatonder-
delen.
Geen schurende schoonmaakmiddelen gebruiken.
0 1. Koel en diepvriesartikelen er uit halen. Diepvriesartikelen in meerdere
lagen kranten verpakken. Alles afgedekt op een koele plaats leggen.
2. Vriesvak voor het schoonmaken ontdooien (zie hoofdstuk Ontdooien).
3. Apparaat uitzetten en de stekker uit het stopcontact halen of de zeke-
ring uitschakelen c.q. er uitdraaien.
4. Apparaat en interieur met een doek en lauwwarm water schoonmaken.
Eventueel een beetje normaal afwasmiddel gebruiken.
5. Daarna met schoon water afnemen en droogmaken.