User manual

44
Geluiden tijdens de werking
De volgende geluiden zijn karakteristiek voor koelapparaten:
Klikken
Elke keer als de compressor in- of uitschakelt, hoort u een klik.
Zoemen
Zodra de compressor functioneert, hoort u gezoem.
Borrelen/klotsen
Wanneer het koelmiddel door smalle leidingen stroomt, kunt u een
borrelend of klotsend geluid horen. Ook na het uitschakelen van de
compressor is dit geluid nog korte tijd te horen.
Tip: controleer regelmatig aan de hand van het rode temperatuur-
controlelampje en de thermometer de bewaartemperatuur.
Storing Mogelijke oorzaken
Oplossing
Ongewone geluiden.
Apparaat staat niet recht.
Apparaat komt tegen de
muur of tegen andere
voorwerpen aan.
Een onderdeel, bijv. een
leiding, aan de achterkant
van het apparaat komt
tegen een ander onderdeel
van het apparaat aan of
tegen de muur.
Apparaat iets wegtrekken
Dit onderdeel voorzichtig
wegbuigen.
Instelvoetjes bijstellen.
Na het wijzigen van de
temperatuurinstelling start
de compressor niet direct.
Dit is normaal, het betreft
geen storing.
De compressor start na
enige tijd automatisch.
Sterke rijpvorming in het
apparaat, eventueel ook
aan de deurafdichting.
Deurafdichting is ondicht
(eventueel na het overzet-
ten van het deurscharnier).
Op de ondichte plaatsen
de deurafdichting voor-
zichtig met een haardroger
verwarmen (niet heter dan
ca. 50 °C).
Tegelijkertijd de verwarm-
de deurafdichting met de
hand zo in vorm trekken
dat hij weer helemaal sluit.