Operation Manual
Gebruiksaanwijzing
11
• KORT
Verkorte hoofdwas voor licht verontreinigd wasgoed.
• SPOELEN
Apart spoelen, bijv. voor met de hand gewassen textiel (centrifugeren
aangepast aan de gekozen textielsoort of spoelstop).
3
Spoelstop betekent: het wasgoed blijft in het laatste spoelwater liggen
en wordt niet gecentrifugeerd.
• WASVERZACHTEN
Apart wasverzachten van vochtig wit/bont of kreukherstellend was-
goed. Deze instelling kan ook worden gebruikt voor apart stijven van
vochtig wit/bont en kreukherstellend wasgoed (1 spoelgang, vloeibaar
nabehandelingsmiddel uit doseervakje w wordt ingespoeld, centrifu-
geren volgens de programma's voor wit/bont resp. kreukherstellend
goed of spoelstop).
• CENTRIFUGEREN
Centrifugeren na spoelstop (toets NIET CENTRIFUGEREN ingedrukt),
resp. apart centrifugeren van met de hand gewassen goed.
Programmagroep FIJNE WAS
• FIJNE WAS
Hoofdwas voor fijne was.
• KORT CENTRIFUGEREN
Centrifugeren na spoelstop (toets NIET CENTRIFUGEREN ingedrukt),
resp. apart voorzichtig centrifugeren van met de hand gewassen
fijne was.
Programmagroep WOL
• WOL
Hoofdwas voor wol en bijzonder teer textiel.
• SPOELEN
Apart voorzichtig spoelen, bijv. voor het spoelen van met de hand
gewassen goed of voor apart wasverzachten van fijne was en wol
(1 spoelgang, vloeibaar nabehandelingsmiddel uit doseervakje w
wordt ingespoeld, kort centrifugeren of spoelstop).
• KORT CENTRIFUGEREN
Centrifugeren na spoelstop, resp. apart voorzichtig centrifugeren van
met de hand gewassen wol en bijzonder teer textiel.