User manual
43
Aansluiten van de afwasautomaat
Wateraansluiting 
• De afwasautomaat kan zowel aan koud water als aan warm water tot 
max. 60 °C aangesloten worden.
• De afwasautomaat mag niet aan open warmwaterapparatuur of een 
geiser worden aangesloten.
Toegestane waterdruk
Toevoerslang aansluiten
1 De toevoerslang mag bij het aansluiten niet geknikt, platgedrukt of in-
eengestrengeld zijn.
De toevoerslang met de slangkoppeling (ISO 228-1:2000) aan een kraan 
met buitenschroefdraad (¾ inch) aansluiten. De toevoerslang is of van 
een kunststof of van een metalen aansluitmoer voorzien:
– De aansluitmoer van de slangkoppeling alleen met de hand aan-
draaien.
Vervolgens visueel op lekken controleren (controleren of de kraan niet 
druppelt).
3 Opdat de beschikbaarheid van water in de keuken niet wordt beperkt 
adviseren wij om een extra kraan te installeren.
Als u een langere toevoerslang dan de meegeleverde slang nodig hebt, 
dan de volgende, bij de vakhandel verkrijgbare VDE-goedgekeurde, 
complete slangsets gebruiken:
– Slangset “WRflex 100“ (E-Nr.: 911 239 034)
– Slangset “WRflex 200“ (E-Nr.: 911 239 035) 
Laagste toegestane waterdruk:
1 bar (=10 N/cm2 =100 kPa)
Bij een waterdruk van minder dan 1 bar 
verzoeken wij u contact met uw installa-
teur op te nemen.
Hoogste toegestane waterdruk:
10 bar (=100 N/cm2 =1 MPa)
Bij een waterdruk die hoger is dan 10 bar 
dient een drukverlagingsklep voorgescha-
keld te worden (verkrijgbaar bij uw vak-
handel).










