Operation Manual

33Onderhoud en reiniging
Onderhoud en reiniging
1
Geen meubelreinigingsmiddel of agressieve reinigingsmiddelen gebruiken.
De bedieningselementen van de afwasautomaat met een zachte doek en
warm, schoon water reinigen.
De vakjes voor reinigingsmiddel, deurafdichting en watertoevoerslang (indien
aanwezig) af en toe op vervuiling controleren en eventueel reinigen.
Reiniging van de zeven
3 De zeven moeten regelmatig worden gecon
troleerd en gereinigd. Vervuilde zeven beïn
vloeden het afwasresultaat.
1. Deur openen, onderste korf uitnemen.
2. Greep ongeveer een kwart slag linksom (A)
draaien en het zeefsysteem uitnemen (B).
3. Fijne zeef (1) aan het greepoog vastpakken
en uit de microfilter (2) trekken.
4. Alle zeven onder stromend water grondig
reinigen.