LAVAMAT 54811 Wasautomaat Informatie voor de gebruiker
Geachte klant, Lees deze gebruiksaanwijzing a.u.b. zorgvuldig door en bewaar deze voor naslag op een later tijdstip. Geeft u deze gebruikersinformatie a.u.b. aan de eventuele volgende eigenaar door. 1 3 2 2 De volgende symbolen worden in de tekst gebruikt: Veiligheidsvoorschriften Waarschuwing! Voorschriften die voor uw eigen veiligheid dienen. Let op! Voorschriften die ter voorkoming van schade aan het apparaat dienen.
Inhoud Gebruiksaanwijzing ........................................ 5 Veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 Apparatuurbeschrijving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Bedieningspaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Programma overzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Instructies voor plaatsing en aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . 25 Veiligheidsinstructies voor het aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25 Aansluiten van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Het apparaat transporteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Uitpakken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Gebruiksaanwijzing 1 Veiligheid Voor de eerste ingebruikname • Volg de “Opstel- en aansluitinstructies” op. • Bij het in de wintermaanden leveren van het apparaat bij temperaturen onder het vriespunt: de wasautomaat voor de ingebruikname gedurende 24 uur op kamertemperatuur laten acclimatiseren. Gebruik volgens de voorschriften • De wasautomaat is alleen voor het wassen van binnen het huishouden gebruikelijk wasgoed bestemd.
Algemene veiligheid • Reparaties aan wasautomaten dienen alleen door vakmensen uitgevoerd te worden. • Neem de wasautomaat nooit in gebruik als de stroomkabel, het bedieningspaneel, het bovenblad of de voet van het apparaat dermate beschadigd zijn dat de binnenzijde van het apparaat open toegankelijk is. • Voor de reiniging, het onderhoud en de reparatiewerkzaamheden dient de wasautomaat uitgeschakeld te worden.
Apparatuurbeschrijving Bedieningspaneel Wasmiddellade Kenplaatje (achterzijde vuldeur) Schroefvoeten (in hoogte verstelbaar) Sokkel/ Afvoerpomp Bedieningspaneel Toets Centrifugeren/SPOELSTOP Extra programmatoetsen Toets STARTTIJDKEUZE Indicatie van het programmaverloop Indicatie DEUR Programmakiezer Toets START/PAUZE 7
Programma overzicht • KLEUR/BONTE WAS 95, 60, 40, 30 6kg • •3) KREUKHERSTELLEND 60, 40, 30 3kg • FIJNE WAS 40, 30 3kg • WOL/ZIJDE H (handwas) 30, KOUD 2kg FIJNSPOELEN 3kg 6kg • • • • • • • • • • • • • • • • • • • KORT n (SPOELSTOP) 6kg 1000/600 ECO 2) Programma 1400 VOORWAS Centrifugetoerental Max. vulgewicht 1) (droge was) Programma extra’s POMPEN CENTRIFUGEREN 1) Een emmer van 10 liter bevat ongeveer 2,5 kg droge was (katoen).
Gebruik/Kenmerken Energie besparend programma bij een temperatuur van 60 °C voor licht tot normaal vervuilde witte/bontewas van katoen/linnen. Programma voor normaal tot sterk vervuilde witte/bonte was van katoen/ linnen. Programma voor kreukherstellende gemengde weefsels en synthetische stoffen. Kort programma voor fijn textiel zoals mengvezels, microvezels, synthetische stoffen en gordijnen (doe maximaal 20 tot 25 m2 gordijnen in de machine).
Voor het eerste gebruik van de wasautomaat 1. Wasmiddelschuiflade openen. 2. Ongeveer 2 liter water door de wasmiddelschuiflade in de wasautomaat gieten. Bij de volgende programmastart wordt daardoor het sopreservoir gesloten en kan de ECO-sluis naar behoren functioneren. 3. Om eventuele restanten van de fabricage te verwijderen uit de trommel en het sopreservoir, moet de eerste wasgang zonder wasgoed worden uitgevoerd. Programma: KLEUR/BONTE WAS 95, op de toets KORT drukken, ca.
Wasprogramma uitvoeren Vuldeur openen/Wasgoed vullen 1. Vuldeur openen: trek aan de greep van de vuldeur. De indicaties DEUR en START/PAUSE geven bij een ingeschakeld apparaat aan of de vuldeur kan worden geopend: Indicatie DEUR Indicatie START/PAUSE Vuldeur openen mogelijk? knippert knippert ja, na ca. 2 minuten brandt brandt nee, te hoge waterstand resp. te hoge temperatuur is uit knippert ja 2. Wasgoed uitvouwen en los vullen. Grote en kleine stukken wasgoed mengen.
heidsgebied 1 (= zacht) worden gedoseerd. Informatie over de plaatselijke waterhardheid kunt u bij het betreffende waterwerk verkrijgen. 1. De wasmiddellade tot aan de aanslag uittrekken. 2. Was- /nabehandelingsmiddel toevoegen. 3. De wasmiddellade geheel inschuiven.
Centrifugetoerental wijzigen/Spoelstop kiezen 3 De wasautomaat stelt het maximaal toelaatbare toerental voor dat geschikt is voor het gekozen programma. U kunt het toerental verlagen: Druk daarvoor zo vaak op de toets Centrifugeren/n (SPOELSTOP) tot de gewenste indicatie brandt. Het toerental voor het uiteindelijke centrifugeren kan tijdens het programma nog worden gewijzigd. Daarvoor: 1. Op de toets START/PAUZE drukken. 2. Het toerental wijzigen. 3. Nogmaals op de toets START/PAUZE drukken.
SPOELEN+ inschakelen/uitschakelen Als SPOELEN+ als extra programma is ingesteld zullen twee extra spoelgangen aan de programma’s KLEUR/BONTE WAS, KREUKHERSTELLEND, FIJNE WAS en FIJNSPOELEN worden toegevoegd. SPOELEN+ blijft opgeslagen – ook na het uitschakelen van het apparaat. 3 SPOELEN+ instellen: 1. Draai de programmakiezer op KLEUR/BONTE WAS, KREUKHERSTELLEND of FIJNE WAS (met de gewenste temperatuur). 2.
Wasprogramma starten 3 1. Controleer of de waterkraan is geopend. 2. Druk op toets START/PAUSE. Het programma wordt gestart resp. start na afloop van de ingestelde starttijdkeuze. Tijdens het wasprogramma wordt op de indicatie van het programmaverloop de actuele programmastap weergegeven. Als na het indrukken van de toets START/PAUSE de indicatie EINDE 4x knippert, is de vuldeur niet goed gesloten. Duw de vuldeur goed dicht en druk nogmaals op de toets START/PAUSE.
Als n (SPOELSTOP) werd gekozen: Na de spoelstop branden DEUR en EINDE op de indicatie van het programmaverloop. Eerst moet het water m.b.v. de pomp afgevoerd worden: – of de programmakiezer op UIT zetten en aansluitend op POMPEN draaien en op de toets START/PAUSE drukken (er wordt zonder centrifugeren weggepompt), – of de programmakiezer op UIT en aansluitend op CENTRIFUGEREN draaien.
Reiniging en onderhoud Let op! Gebruik voor het reinigen van het apparaat geen reinigingsmiddelen voor meubels of agressieve reinigingsmiddelen. Neem het bedieningspaneel en de behuizing met een vochtige doek af. Reinigingswasgang Als er overwegend bij lage temperaturen wordt gewassen dient af en toe een kookprogramma te worden gedraaid. Zo wordt eventuele afzetting verminderd. Bovendien wordt het apparaat zo van binnen gereinigd. Wasmiddellade De wasmiddellade dient regelmatig gereinigd te worden. 1.
Vuldeur en rubberen ring Regelmatig controleren, of afzettingen of vreemde voorwerpen zich in de naden van de rubberen ring of aan de binnenkant van het deurvenster hebben afgezet. Deurvenster en rubberen ring regelmatig reinigen.
Storing Mogelijke oorzaken Oplossingen Waterkraan is dichtgedraaid. Waterkraan opendraaien. Indicatie EINDE knipZeef in de schroefverbinding pert 1x. van de toevoerslang is ver(Problemen met de wa- stopt. tertoevoer.) Waterkraan heeft kalkaanslag of is defect. Wasautomaat trilt tijdens het wassen of staat niet stil. Was is niet gecentrifugeerd. Water loopt onder de wasautomaat uit. Sop schuimt sterk. Transportbeveiliging is niet verwijderd. Waterkraan dichtdraaien.
Storing Er werd geen wasverzachter ingespoeld, vakje w voor nabehandelingsmiddel zit vol water. Vuldeur kan bij ingeschakeld apparaat niet worden geopend. Wasgoed is erg gekreukt. Mogelijke oorzaken Oplossingen Inzetbakje voor de wasverzachter in het vakje voor nabehandelingsmiddel is niet goed bevestigd of is verstopt. Wasmiddellade schoonmaken, inzetbakje voor de wasverzachter goed bevestigen. Vuldeur is vergrendeld. Wacht tot de indicatie DEUR is uitgegaan en de indicatie EINDE brandt.
Witte restanten op het wasgoed • Het betreft niet opgeloste bestanddelen van moderne wasmiddelen. Dit is niet het gevolg van onvoldoende spoelen. Wasgoed uitschudden of afborstelen. Eventueel het wasgoed in de toekomst voor het wassen binnenste buiten keren. Wasmiddelkeuze controleren. Met name bij donker wasgoed is het gebruik van een vloeibaar wasmiddel aan te bevelen.
Afvoerpomp 1 De afvoerpomp is onderhoudsvrij. Het openen van het pompdeksel is alleen in het geval van een storing vereist als er geen water weg wordt gepompt, bijv. bij een geblokkeerd pompwiel. Controleer altijd voor het vullen met wasgoed of er geen vreemde voorwerpen in de zakken zitten of tussen het wasgoed aanwezig is. Paperclips, spijkers, enz. die eventueel met het wasgoed in de wasautomaat terechtkomen blijven in het pomphuis liggen (filter voor vreemde voorwerpen dat het pompwiel beschermt.
Afvalverwerking 2 2 Verpakkingsmateriaal De verpakkingsmaterialen zijn niet schadelijk voor het milieu en herbruikbaar. De kunststoffen hebben de volgende aanduidingen, bijv. >PE<, >PS<, enz. Verwijder de verpakkingsmaterialen in overeenstemming met de aanduiding bij de gemeentelijke inzamelplaatsen in de daarvoor bestemde containers. Oud apparaat verwijderen W 1 Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudafval mag worden behandeld.
Technische gegevens 5 Dit apparaat is in overeenstemming met de volgende EG-richtlijnen: – 73/23/EEG van 19.02.1973 Laagspanningsrichtlijn – 89/336/EEG van 03.05.1989 EMC-richtlijn inclusief aangepaste richtlijn 92/31/EEG – 93/68/EEG van 22.07.93 CE-markeringsrichtlijn hoogte x breedte x diepte 850 x 598 x 603mm Diepte bij geopende vuldeur. 980 mm In hoogte verstelbaar: ca. +10/-5mm Vulhoeveelheid (programmaafhankelijk) max.
Instructies voor plaatsing en aansluiting 1 Veiligheidsinstructies voor het aansluiten • Deze wasautomaat is niet geschikt voor onderbouw. • Voor de ingebruikname dient het apparaat op transportschade gecontroleerd te worden. Een beschadigd apparaat in geen geval aansluiten. Neem in geval van schade contact op met uw leverancier. • Voor de ingebruikname dienen alle delen van de transportbeveiliging verwijderd te zijn.
Aansluiten van het apparaat Het apparaat transporteren 1 Waarschuwing! De wasautomaat is zwaar. Verwondinggevaar! Voorzichtigheid bij het optillen vereist. • Het apparaat niet op het voorfront en niet op de rechter zijkant (vanaf de voorzijde gezien) neerleggen. De elektrische componenten kunnen nat worden. • Het apparaat nooit zonder transportbeveiliging transporteren.
2. Zet het toestel terug recht en verwijder de bevestiging van de voedingskabel en van de afvoerleiding aan hun steun aan de achterzijde van het toestel. 3. Met de meegeleverde sleutel schroeft u de middelste schroef A achteraan boven los en verwijdert u ze. Verwijder de overeenkomstige plastic pen zorgvuldig. 4. Schroef de twee grote schroeven B achteraan en de zes kleine schroeven C, onderaan, los en verwijder ze.
5. Verwijder de transportrail D. 6. Schroef de zes kleine schroeven C terug vast. 7. Open de deur en verwijder het blok polystyreen dat met kleefband aan de deurdichting bevestigd is. 8. Stop de centrale opening en de twee openingen (onderaan) dicht met de plastieken afdekkingen die zich in de enveloppe met de gebruiksaanwijzing bevinden. Sluit de toevoerleiding aan volgens de aanwijzingen in de paragraaf "Wateraansluiting".
Opstellingsplaats Let op! Het apparaat mag niet in een aan vorst onderhevige ruimte worden gebruikt. Vorstschade of negatieve invloed op de functies! Vorstschade valt niet onder de garantie! • De opstellingsplaats dient vast en egaal te zijn. Het apparaat niet op tapijt of zachte vloerbedekking opstellen. • De opstellingsplaats dient schoon en droog te zijn en vrij te zijn van geleidende of glijdende oppervlakken zodat het apparaat niet weg kan glijden.
Wateraansluiting Toegestane waterdruk De waterdruk dient ten minste 1bar (=10N/cm2 =0,1MPa) te zijn en mag ten hoogste 10bar (=100N/cm2 =1MPa) bedragen. – Bij een druk hoger dan 10bar: een drukverlagingsventiel plaatsen. – Bij een druk lager dan 1bar: de toevoerslang aan de rechte kant van de magneetinlaatklep afschroeven en de doorstroomhoeveelheidregelaar uitnemen (tevens de zeef met een pincet verwijderen en de daaronder gelegen rubberen ring uitnemen). De zeef weer terugplaatsen.
4. Schroef het koppelstuk van de toevoerleiding op de getapte uitloop van de waterkraan. Gebruik altijd de leiding die met het toestel geleverd werd. Waterblokkeersysteem Aqua Control De toevoerleiding is voorzien van een bescherming tegen waterschade. Indien de binnenleiding beschadigd zou raken door natuurlijke slijtage, dan zal deze voorziening de watertoevoer naar het toestel blokkeren. Het defect wordt gemeld door een rode zone in het kleine venster „A".
Waterafvoer Het hoogteverschil tussen de onderkant van de wasautomaat en de waterafvoer dient ten hoogste 1 meter te zijn. Voor een verlenging mogen uitsluitend originele slangen worden gebruikt. (max. 3 meter, op de vloer gelegd en tot een hoogte van 80 cm). De klantendienst heeft afvoerslangen in diverse lengtes beschikbaar. Waterafvoer via een sifon De verbindingsplaats buis/sifon met een slangklem (in de vakhandel verkrijgbaar) vastzetten.
Garantievoorwaarden België WAARBORGVOORWAARDEN Onze toestellen worden met de grootst mogelijke zorgvuldigheid geproduceerd. Desondanks kan het voorkomen dat er een defect optreedt. Onze klantendienst zal dit op verzoek herstellen, zowel binnen als buiten de waarborgtermijn. De levensduur van het toestel wordt daardoor niet negatief beïnvloed. Onderstaande waarborgvoorwaarden zijn gestoeld op de EU Richtlijn 99/44/EG en het Burgerlijk Wetboek. De daaruit voortvloeiende rechten blijven onverlet.
Deze waarborgvoorwaarden gelden voor in België gekochte en/of in gebruik zijnde toestellen. Indien een toestel naar het buitenland wordt gebracht dient de gebruiker na te gaan of het toestel voldoet aan de technische voorwaarden ( o.a. spanning, frequentie, installatievoorschriften, gassoort, klimaatomstandigheden) in het betreffende land. Voor in het buitenland aangeschafte toestellen dient de gebruiker zich zelf te vergewissen van de bepalingen in België.
Service Controleer bij technische storingen eerst of u met behulp van de gebruiksaanwijzing (hoofdstuk ”Wat u moet doen als…“) het probleem zelf kunt oplossen. Wanneer u het probleem niet kunt oplossen, neemt u contact op met onze klantenservice of met een van onze servicepartners. Om u snel te kunnen helpen, hebben wij de volgende gegevens nodig: – Modelaanduiding – Productnummer (PNC) – Serienummer (S-No.
www.electrolux.com www.aeg-electrolux.