User manual

19
Wasautomaat trilt tij-
dens het wassen of
staat niet stil.
De transportbeveiliging is
niet verwijderd.
De transportbeveiliging ver-
wijderen.
De schroefvoeten zijn niet
goed ingesteld.
De voeten volgens de opstel-
en aansluitaanwijzing afstel-
len.
Was is niet gecentrifu-
geerd.
Slechts een paar grote stuk-
ken wasgoed in de trommel.
Trommel altijd zo vol moge-
lijk beladen. Grote en kleine
delen door elkaar mengen.
Er loopt water loopt on-
der de wasautomaat uit.
De schroefverbinding van de
toevoerslang lekt.
De toevoerslang vastschroe-
ven.
De afvoerslang lekt. De afvoerslang vervangen.
De deksel van de afvoer-
pomp is niet goed gesloten.
De deksel goed sluiten.
Wasgoed zit tussen de deur
geklemd.
De volgende keer de machine
zorgvuldig beladen.
De aftapslang lekt. De aftapslang goed sluiten.
EF0 verschijnt. De indi-
catie EINDE knippert
15x, tegelijkertijd klinkt
er 15x een zoemer.
De afvoerpomp loopt
voortdurend, ook bij
een uitgeschakeld ap-
paraat.
De beveiliging tegen water-
overlast, aqua-control, is in
werking getreden.
Draai de kraan dicht, trek
vervolgens de stekker uit het
stopcontact en neem contact
op met de service-afdeling.
Het sop schuimt sterk.
Aan het einde van het
wasproces breekt het
centrifugeren af.
Waarschijnlijk is er te veel
wasmiddel gebruikt.
Wasmiddel precies volgens de
aanwijzingen van de fabri-
kant doseren.
E20 verschijnt.
De indicatie EINDE
knippert 2x, tegelijker-
tijd klinkt er 2x een
zoemer.
(Problemen met de wa-
terafvoer)
Er zit een knik in de afvoer-
slang.
Leg de slang recht.
De maximale pomphoogte
van 1m is overschreden.
Neem a.u.b. contact op met
de service-afdeling.
De afvoerpomp is verstopt.
Het apparaat uitschakelen.
De stekker uit het stop-
contact trekken.
De afvoerpomp reinigen.
Vreemde voorwerpen uit het
pomphuis verwijderen.
Bij sifonaansluiting: de sifon
is verstopt.
De sifon reinigen.
Storing Mogelijke oorzaak Oplossing