LAVAMAT 66800 Wasautomaat Informatie voor de gebruiker
Geachte klant, Lees deze gebruiksaanwijzing a.u.b. zorgvuldig door en bewaar het boekje zodat u nog eens iets kunt nalezen. Geeft u deze gebruikersinformatie a.u.b. aan de eventuele volgende eigenaar van het apparaat door. 1 3 2 2 De volgende symbolen worden in de tekst gebruikt: Veiligheidsaanwijzingen Waarschuwing! Aanwijzingen die voor uw eigen veiligheid dienen. Let op! Aanwijzingen die ter voorkoming van schade aan het apparaat dienen.
Inhoud Gebruiksaanwijzing ........................................ 5 Veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 Apparatuurbeschrijving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Bedieningspaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Programmaoverzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Opstel- en aansluitaanwijzing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25 Veiligheidsaanwijzingen voor de installatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25 Opstelling van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Het apparaat transporteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Uitpakken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Gebruiksaanwijzing 1 Veiligheid Voor de eerste ingebruikname • Volg de “Opstel- en aansluitinstructies” op. • Als het apparaat in de wintermaanden wordt geleverd bij temperaturen onder het vriespunt: de wasautomaat voor de ingebruikname gedurende 24 uur op kamertemperatuur laten acclimatiseren. Gebruik volgens de voorschriften • De wasautomaat is alleen bestemd voor huishoudelijk gebruik, voor het wassen van wasgoed. • Constructieve wijzigingen of veranderingen aan het apparaat zijn niet toegestaan.
Algemene veiligheid • Reparaties aan wasautomaten mogen alleen door vakmensen worden uitgevoerd. • Neem de wasautomaat nooit in gebruik als het aansluitsnoer beschadigd is of als het bedieningspaneel, het bovenblad of de sokkel van het apparaat dermate beschadigd zijn dat de binnenzijde van het apparaat open toegankelijk is. • Voor reiniging, onderhoud en reparatiewerkzaamheden dient de wasautomaat uitgeschakeld te worden.
Apparatuurbeschrijving Bedieningspaneel Wasmiddellade Kenplaatje (achterzijde vuldeur) Schroefvoeten (in hoogte verstelbaar) Sokkel/ Afvoerpomp Bedieningspaneel Toets Centrifugetoerental/SPOELSTOP Multidisplay Indicatie van het programmaverloop Extra programmatoetsen Indicatie DEUR Programmakeuzeknop Toets START/PAUZE 7
Programmaoverzicht Max.
Gebruik/Eigenschappen Energiesparend programma bij 60 °C voor licht tot normaal vervuild wit of bont wasgoed van katoen/linnen. Programma voor normaal tot sterk vervuild wit of bont wasgoed van katoen/linnen. Programma voor kreukherstellende mengweefsels en synthetische weefsels. Speciaal programma bij 40 °C voor kreukherstellend textiel, dat na dit programma nog slechts licht of zelfs helemaal niet hoeft te worden gestreken.
Voor het eerste gebruik van de wasautomaat 1. Wasmiddelschuiflade openen. 2. Ongeveer 2 liter water door de wasmiddelschuiflade in de wasautomaat gieten. Bij de volgende programmastart wordt daardoor het sopreservoir gesloten en kan de ECO-sluis naar behoren functioneren. 3. Om eventuele restanten van de fabricage te verwijderen uit de trommel en het sopreservoir, moet de eerste wasgang zonder wasgoed worden uitgevoerd. Programma: WITTE/BONTE WAS 95, op de toets KORT drukken, ca.
Wasprogramma uitvoeren Deur openen/Wasgoed in de machine doen 1. Vuldeur openen: aan de greep van de vuldeur trekken. De indicaties DEUR en START/PAUZE geven bij een ingeschakeld apparaat aan of de vuldeur kan worden geopend. Indicatie DEUR Indicatie START/PAUZE Vuldeur openen mogelijk? brandt groen knippert rood of is uit ja brandt groen brandt rood ja, na het indrukken van de toets START/PAUZE brandt rood of is uit knippert rood of brandt rood nee, te hoge waterstand resp.
• Vanaf waterhardheid 2 (=middel) dient waterontharder gebruikt te worden. Het wasmiddel kan dan voor waterhardheid 1 (=zacht) worden gedoseerd. Informatie over de plaatselijke waterhardheid kunt u bij het betreffende waterleidingbedrijf verkrijgen. 1. De wasmiddellade zo ver mogelijk uittrekken. 2. Was-/nabehandelingsmiddel doseren. 3. De wasmiddellade geheel inschuiven.
Centrifugetoerental wijzigen/Spoelstop kiezen 3 De wasautomaat stelt het maximaal toelaatbare toerental voor dat geschikt is voor het gekozen programma. U kunt het toerental verlagen: Druk daarvoor zo vaak op de toets Centrifugeren/SPOELSTOP tot de gewenste indicatie brandt. Het toerental voor het uiteindelijke centrifugeren kan tijdens het programma nog worden gewijzigd. Daarvoor: 1. Op de toets START/PAUZE drukken. 2. Het toerental wijzigen. 3. Nogmaals op de toets START/PAUZE drukken.
VOORWAS Warme voorwas voor de automatisch volgende hoofdwas; met tussendoor centrifugeren bij WITTE WAS/BONTE WAS en KREUKHERSTELLEND, zonder tussendoor centrifugeren bij FIJNE WAS. VLEKKEN Voor sterk vervuild wasgoed of wasgoed met vlekken. Het vlekkenzout wordt op het optimale tijdstip tijdens het verloop van het programma in de wasautomaat gespoeld. Dit programma kan uitsluitend worden ingesteld vanaf 40°C, aangezien vlekkenmiddelen pas bij hogere temperaturen werkzaam zijn. Programma starten 3 1.
Programma onderbreken/Wasgoed bijvullen Programma onderbreken • Als gevolg van het indrukken van de toets START/PAUZE kan een programma op ieder gewenst moment worden onderbroken en door het opnieuw indrukken van de toets START/PAUZE weer worden voortgezet. • Voor het voortijdig afbreken van een programma dient de programmakiezer op UIT gedraaid te worden. Let op! Op het water in het apparaat letten! Was bijvullen Was bijvullen is mogelijk, zolang de indicatie DEUR groen brandt. 1.
Kinderbeveiliging Bij een geactiveerde kinderbeveiliging kan de vuldeur niet meer gesloten worden. Kinderbeveiliging instellen: De draaiknop (aan de binnenkant van de vuldeur) met een muntstuk zover mogelijk rechtsom draaien. 1 Waarschuwing! De draaiknop mag zich na het instellen niet in ingedrukte positie bevinden omdat anders de kinderbeveiliging niet functioneert! De draaiknop moet volgens de afbeelding uitgetrokken zijn.
Wasmiddellade De wasmiddellade dient regelmatig gereinigd te worden. 1. Trek de wasmiddellade met een krachtige ruk uit het apparaat. 2. Neem het inzetstuk voor de wasverzachter uit het middelste vak. 3. Reinig alle delen met water. 4. Het inzetstuk voor de wasverzachter zo ver mogelijk insteken, zodat het vast zit. 5. Maak ook het gehele inspoelgedeelte van de wasautomaat en vooral ook de sproeiers aan de bovenkant van de inspoelvakjes met een borstel schoon. 6.
Wat te doen als... Kleine storingen zelf oplossen Als tijdens het gebruik een van de volgende foutmeldingen in de multidisplay wordt aangegeven: – E10 (probleem met de watertoevoer), – E20 (probleem met de waterafvoer), – E40 (vuldeur open), kijk dan in onderstaande tabel. Druk nadat de storing is opgelost op de toets START/PAUZE. Bij andere foutmeldingen (E en getal of letter): schakel het apparaat uit en weer in. Het programma opnieuw instellen. Druk op toets START/ PAUZE.
Storing E10 wordt weergegeven. De indicatie EINDE knippert 1x, tegelijkertijd klinkt 1x een signaaltoon. (Probleem met de watertoevoer.) Wasautomaat trilt tijdens het wassen of staat niet stil. Was is niet gecentrifugeerd. Mogelijke oorzaak Oplossing Waterkraan is gesloten. Waterkraan opendraaien. Zeef in schroefkoppeling van de toevoerslang is verstopt. De waterkraan dichtdraaien. Slang losschroeven, zeef verwijderen en schoonmaken.
Storing Wasverzachter wordt niet ingespoeld, vak w voor nabehandelingsmiddel is met water gevuld. Mogelijke oorzaak Oplossing Het wasverzachter-inzetWasmiddelschuiflade reinibakje is niet goed in het vak gen, inzetstuk voor wasvervoor nabehandelingsmiddel zachter goed bevestigen. gezet of is verstopt. Deur is vergrendeld. Wacht tot de indicatie DEUR groen brandt. Het programma gaat verder wanneer de stroomuitval voorbij is. Deur kan bij ingeschakeld apparaat niet worden geopend. Was is erg gekreukt.
Witte restanten op het wasgoed • Het betreft niet opgeloste bestanddelen van moderne wasmiddelen. Dit is niet het gevolg van onvoldoende spoelen. Wasgoed uitschudden of afborstelen. Eventueel het wasgoed in de toekomst voor het wassen binnenste buiten keren. Wasmiddelkeuze controleren. Met name bij donker wasgoed is het gebruik van een vloeibaar wasmiddel aan te bevelen.
Afvoerpomp 1 De afvoerpomp is onderhoudsvrij. Het openen van de pompdeksel is alleen in geval van een storing vereist, als er geen water weg wordt gepompt, bijv. bij een geblokkeerd pompwiel. Controleer altijd voor het vullen met wasgoed of er geen vreemde voorwerpen in de zakken zitten of tussen het wasgoed aanwezig zijn. Paperclips, spijkers, enz. die eventueel met het wasgoed in de wasautomaat terechtkomen blijven in het pomphuis liggen (filter voor vreemde voorwerpen dat het pompwiel beschermt).
Afvalverwerking 2 2 Verpakkingsmateriaal De verpakkingsmaterialen zijn niet schadelijk voor het milieu en herbruikbaar. De kunststoffen hebben de volgende aanduidingen, bijv. >PE<, >PS<, enz. Verwijder de verpakkingsmaterialen in overeenstemming met de aanduiding bij de gemeentelijke inzamelplaatsen in de daarvoor bestemde containers. Oud apparaat verwijderen W 1 Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudafval mag worden behandeld.
Technische gegevens 5 Dit apparaat is in overeenstemming met de volgende EG-richtlijnen: – 73/23/EEG van 19.02.1973 Laagspanningsrichtlijn – 89/336/EEG van 03.05.1989 EMC-richtlijn inclusief aangepaste richtlijn 92/31/EEG – 93/68/EEG van 22.07.93 CE-markeringsrichtlijn hoogte x breedte x diepte 850 x 598 x 603mm Diepte bij geopende vuldeur. 980 mm In hoogte verstelbaar: ca. +10/-5mm Vulhoeveelheid (programmaafhankelijk) max.
Opstel- en aansluitaanwijzing 1 Veiligheidsaanwijzingen voor de installatie • Deze wasautomaat is niet geschikt voor onderbouw. • Voor de ingebruikname dient het apparaat op transportschade gecontroleerd te worden. Een beschadigd apparaat in geen geval aansluiten. Neem in geval van schade contact op met uw leverancier. • Voor de ingebruikname dienen alle delen van de transportbeveiliging verwijderd te zijn. Anders kan er bij het centrifugeren schade aan het apparaat of aan naburige meubels ontstaan.
Opstelling van het apparaat Het apparaat transporteren 1 Waarschuwing! De wasautomaat heeft een hoog gewicht. Kans op verwonding! Voorzichtig bij het optillen. • Het apparaat niet op de voorzijde en niet op de rechter zijkant (vanaf de voorzijde gezien) neerleggen. De elektrische componenten kunnen nat worden. • Het apparaat nooit zonder transportbeveiliging transporteren.
2. Zet het toestel terug recht en verwijder de bevestiging van de voedingskabel en van de afvoerleiding aan hun steun aan de achterzijde van het toestel. 3. Met de meegeleverde sleutel schroeft u de middelste schroef A achteraan boven los en verwijdert u ze. Verwijder de overeenkomstige plastic pen zorgvuldig. 4. Schroef de twee grote schroeven B achteraan en de zes kleine schroeven C, onderaan, los en verwijder ze.
5. Verwijder de transportrail D. 6. Schroef de zes kleine schroeven C terug vast. 7. Open de deur en verwijder het blok polystyreen dat met kleefband aan de deurdichting bevestigd is. 8. Stop de centrale opening en de twee openingen (onderaan) dicht met de plastieken afdekkingen die zich in de enveloppe met de gebruiksaanwijzing bevinden. Sluit de toevoerleiding aan volgens de aanwijzingen in de paragraaf "Wateraansluiting".
Plaats van opstelling Let op! Het apparaat mag niet in ruimte waar het kan vriezen worden gebruikt. Vorstschade of negatieve invloed op de functies! Vorstschade valt niet onder de garantie! • De vloer dient stevig en egaal te zijn. Het apparaat niet op tapijt of zachte vloerbedekking opstellen. • De vloer dient schoon en droog te zijn en vrij te zijn van vettige aanslag zodat het apparaat niet weg kan glijden.
Wateraansluiting Toegestane waterdruk De waterdruk dient ten minste 1 bar (=10 N/cm2 = 0,1 MPa) te zijn en mag ten hoogste 10 bar (= 100 N/cm2 =1 MPa) bedragen. – Bij een druk hoger dan 10bar: een drukverlagingsventiel plaatsen. – Bij een druk lager dan 1bar: de toevoerslang aan de kant van het apparaat bij de magneetinlaatklep losschroeven en de doorstroomregelaar uitnemen (daarvoor de zeef met een spitse tang verwijderen en de daarachter gelegen rubberen ring uitnemen). De zeef weer terugplaatsen.
4. Schroef het koppelstuk van de toevoerleiding op de getapte uitloop van de waterkraan. Gebruik altijd de leiding die met het toestel geleverd werd. Waterblokkeersysteem Aqua Control De toevoerleiding is voorzien van een bescherming tegen waterschade. Indien de binnenleiding beschadigd zou raken door natuurlijke slijtage, dan zal deze voorziening de watertoevoer naar het toestel blokkeren. Het defect wordt gemeld door een rode zone in het kleine venster „A".
Waterafvoer Het hoogteverschil tussen de onderkant van de wasautomaat en de waterafvoer mag ten hoogste 1 meter zijn. Voor een verlenging mogen uitsluitend originele slangen worden gebruikt. (max. 3 meter, op de vloer gelegd en tot een hoogte van 80 cm). De service-afdeling heeft afvoerslangen in diverse lengtes beschikbaar. Waterafvoer in een sifon Het verbindingspunt tuit/sifon met een slangklem (in de vakhandel verkrijgbaar) vastzetten.
Garantie/Adres service-afdeling Nederland Onze producten worden met de grootst mogelijke zorgvuldigheid geproduceerd. Desondanks kan het voorkomen dat er een defect optreedt. Onze servicedienst zal dit op verzoek herstellen, zowel binnen als buiten de garantietermijn. De levensduur van het product wordt daardoor niet negatief beïnvloed. Onderstaande garantievoorwaarden zijn gestoeld op de EU Richtlijn 99/44/EG en het Burgerlijk Wetboek. De daaruit voortvloeiende rechten blijven onverlet.
producten dient de gebruiker zich te vergewissen van de bepalingen in Nederland. Noodzakelijke of gewenste aanpassingen vallen niet onder de garantie, en kunnen niet altijd worden aangebracht. Ook na afloop van de garantietermijn staat onze servicedienst u ter beschikking. Adres Servicedienst: Electrolux Service Vennootsweg 1 2404 CG ALPHEN AAN DEN RIJN Reparatievoorwaarden Onze reparatievoorwaarden zijn conform de afspraak tussen de Consumentenbond en Vlehan*. Art.
Europese Garantie Dit apparaat wordt door Electrolux in elk van de achter in deze handleiding genoemde landen gedurende de in het bij het apparaat behorende garantiebewijs genoemde periode of anderszins bij de wet gegarandeerd. Als u van een van deze landen verhuist naar een ander van de hieronder genoemde landen, verhuist de garantie op het apparaat met u mee. De volgende beperkingen zijn hierop van toepassing: • De garantie op het apparaat begint op de datum van eerste aankoop van het apparaat.
p t b Latvija +37 17 84 59 34 Kr. Barona iela 130/2, LV-1012, Riga Lietuva +370 5 2780609 Verkių 29, LT 09108 Vilnius Luxembourg +35 2 42 43 13 01 Rue de Bitbourg, 7, L-1273 Hamm Magyarország +36 1 252 1773 H-1142 Budapest XIV, Erzsébet királyné útja 87 Nederland +31 17 24 68 300 Vennootsweg 1, 2404 CG Alphen aan den Rijn Norge +47 81 5 30 222 Risløkkvn. 2 , 0508 Oslo Österreich +43 18 66 400 Herziggasse 9, 1230 Wien Polska +48 22 43 47 300 ul.
Service Controleer bij technische storingen eerst of u met behulp van de gebruiksaanwijzing (hoofdstuk „Wat te moet doen als…“) het probleem zelf kunt oplossen. Wanneer u het probleem niet kunt oplossen, neemt u contact op met onze service-afdeling. Om u snel te kunnen helpen, hebben wij de volgende gegevens nodig: – Modelaanduiding – Productnummer (PNC) – Serienummer (S-No.
www.electrolux.com www.aeg-electrolux.nl www.aeg-electrolux.