User manual
818 35 65-01/2 89
Vaktermen
• Koelmiddelen 
Vloeistoffen die voor het opwekken van koude gebruikt kunnen wor-
den noemt men koelmiddelen. Ze hebben een verhoudingsgewijs laag 
kookpunt, zo laag, dat de warmte van de in het koelapparaat opge-
slagen levensmiddelen het koelmiddel tot koken resp. verdampen kan 
brengen.
• Koelmiddelcircuit 
Gesloten circuit, waarin zich het koelmiddel bevindt. Het koelmiddel-
circuit bestaat in principe uit een verdamper, een compressor, een 
condensor en pijpleidingen.
• Verdamper 
In de verdamper verdampt het koelmiddel. Deze warmte wordt aan 
het interieur van het apparaat onttrokken, dat daardoor afkoelt. Net 
als alle vloeistoffen hebben koelmiddelen warmte nodig om te ver-
dampen. Daarom zit de verdamper binnen in het apparaat of direct 
achter de binnenwand en is daardoor niet zichtbaar.
• Compressor 
De compressor heeft de vorm van een kleine ton. Hij wordt door een 
ingebouwde elektromotor aangedreven en is aan de achterkant van 
de sokkel geplaatst. De taak van de compressor is dampvormige koel-
middelen aan de verdamper te onttrekken, samen te persen en verder 
naar de condensor te leiden.
• Condensor 
De condensor heeft meestal de vorm van een rooster. In de condensor 
wordt het door de compressor samengeperste koelmiddel vloeibaar 
gemaakt. Daarbij komt warmte vrij, die via het oppervlak van de con-
densor aan de omringende lucht wordt afgegeven. De condensor 
wordt daarom aan de buitenkant, meestal aan de achterkant van het 
apparaat geplaatst. 










