User Guide
98
Op de juiste wijze bewaren
Het apparaat  beschikt over 2 apart instelbare temperatuurzones (beide instelbaar
van 5 tot 18° C):
Bovenste vak  witte wijn, champagne, sekt, rosé
Onderste vak  rode wijn
Denk  erom dat de  ingestelde  temperatuur  in  het  onderste  vak  altijd  gelijk  aan of
hoger dan de temperatuur in het bovenste vak moet zijn.
De ideale drinktemperaturen*
6–8° champagne, mousserende wijn, chasselas, riesling, sauvignon blanc,
jonge chardonnay en zoete wijn, rosé 
8–10° rijpe chardonnay en sauterne
13 – 15° gamay, jonge merlot, jonge pinot noir
15 – 17° jonge bordeaux, lichte cabernet, barbera, merlot
16 – 18° grote bourgogne, bordeaux, Italiaanse, Spaanse, Californische wijn 
17– 18° barolo, recioto amarone
(De  lage  temperatuur geldt  voor  de  eenvoudige,  de  hogere  voor de  complexere,
kwalitatief betere wijnen van elke soort.)
* Bron: Mövenpick
Ontdooien
De koelruimte wordt automatisch ontdooid.
Het ontdooien van de verdamper achter de achterwand van de koelruimte geschiedt
automatisch. Het dooiwater wordt in het afvoergootje achter de achterwand van de
koelruimte  opgevangen,  door  het  afvoergat  in de opvangbak  aan  de  compressor
gevoerd en daar verdampt.
Reiniging en onderhoud
Uit het oogpunt van hygiëne moeten de binnenzijde van het apparaat en de acces-
soires regelmatig gereinigd worden.
Waarschuwing! Het apparaat moet vóór het reinigen spanningloos gemaakt wor-
den – kans op elektrische schokken! Stekker uit het stopcontact trekken of zekering
in de huisinstallatie uitschakelen.










