User manual

10
Ombouw naar vloeibaar gas
Aanwijzingen m.b.t. de veiligheid
Het ingestelde type gas is aangegeven op een
sticker naast de gasaansluiting. Bij ombouw moet
de sticker worden vervangen.
Het ombouwen van gasinstallaties mag alleen
door een erkend installateur uitgevoerd
worden.
Vóór het ombouwen moet het apparaat worden
losgekoppeld van gas- en stroomvoorziening: draai
de gaskraan dicht en schakel de zekeringen in de
huisinstallatie uit.
Vervangen van de
sproeiers
De pannendragers verwijderen.
De branders en de vonkontsteking verwijderen.
M.b.v. een steeksleutel van 7 mm de
gassproeiers losschroeven en verwijderen (afb.
6).
In omgekeerde volgorde nieuwe gassproeiers
monteren (zie tabel).
De sticker naast de gasaansluiting vervangen.
Deze sticker wordt met het apparaat
meegeleverd.
Als de gasdruk afwijkt van de waarde zoals vermeld op de sticker naast de gasaansluiting,
moet volgens de geldende normen een passende drukregelaar op de inlaattube worden
geplaatst.
Regeling gaspitten
De brander ontsteken.
De bedieningsknop op “minimale gastoevoer” draaien.
De knop verwijderen.
De bypass afregelschroef (afb. 7) m.b.v. een dunne schroevendraaier regelen. Bij het
omschakelen van aardgas naar butaangas moet de schroef met de wijzers van de klok
mee worden vastgedraaid, tot een kleine regelmatige vlam is verkregen.
Controleer of de vlam blijft branden als u de knop snel van maximaal naar minimaal
draait.
)
)
FO 0392
afb. 6
bypass afregelschroef
afb. 7