Operation Manual

43
De zijwanden van de meubels mogen niet hoger komen dat het werkvlak van
het toestel.
Plaats het toestel niet in de buurt van ontvlambare materialen (zoals gordijnen,
handdoeken enz.).
De hierna volgende instructies zijn bestemd voor de erkende installateurs, om
ervoor te zorgen dat installatie en onderhoud optimaal verlopen, volgens de
geldende normen. De installatie moet conform de norm NBN D 51.003
“Installaties gevoed met stoolgas lichter dan lucht” worden uitgevoerd.
Ontkoppel het kookplateau van de stroomtoevoer. Ingeval het plateau op de
stroomtoevoer aangesloten moet blijven, moeten alle nodige
voorzorgsmaatregelen worden getroffen.
Monteer een afsluitkraan die erkend is door de AGB. Starre aansluitingen verdienen
de voorkeur. Bij gebruik van een gasslang moet een door de AGB erkende slang
met metalen omhulsel worden gebruikt.
Bij het gebruiken van flexiebele vaste verbindingen moet men er op letten dat de
pijpen niet kunnen worden geplet of dichtgekneppen en niet in aanraking komen
met bewegende delen. Let hier ook op wanneer de kookplaat wordt gecombineerd
met een oven.
Deze kookplateaus kunnen zowel worden gevoed met gas van Slochteren (G25)
met een nominale druk van 25 mbar als met aardgas (G20) met een nominale druk
van 20 mbar. Om te werken met deze twee soorten gas is geen extra afstelling
nodig.
Alvorens de installatie uit te voeren moet u nagaan of de gastoevoer volstaat voor
de correcte voeding van het plateau. Bij maximum verbruik mag de drukdaling
maximum 5% bedragen. Deze drukdaling is afhankelijk van volgende factoren:
- maximum debiet van de gasmeter;
- diameter en lengte van de leidingen voor en achter de meter;
- doorgangsopeningen van de verschillende kranen in het circuit;
- diameter van de eventuele tussenstukken.
Waarschuwingen voor de installateur
De volgende gebruiksaanwijzingen zijn tot een gekwalificeerd technicus gericht,
die de installatie uitvoert, zodat hij de installatie en de verbindingen op de juiste
manier kan uitvoeren, de huidige wetten en normen in acht nemende. Iedere
tussenkomst na aansluiting dient te worden uitgevoerd met afgekoppelde of
uitgeschakelde stroomtoevoer.
De installatie en de elektrische aansluiting van het apparaat moeten door een
erkend vakman gebeuren.