User manual

Zie het hoofdstuk
'Onderhoud en reiniging'.
Reinig het apparaat voor het eerste
gebruik.
Zet de accessoires en verwijderbare
inschuifrails terug in de beginstand.
4.2 Voorverwarmen
Verwarm het apparaat voor om het
resterende vet weg te branden.
1. Stel de functie
en de
maximumtemperatuur in.
2. Laat het apparaat een uur werken.
3. Stel de functie
en de
maximumtemperatuur in.
4. Laat het apparaat 15 minuten
werken.
5. Stel de functie en de
maximumtemperatuur in.
6. Laat het apparaat 15 minuten
werken.
Accessoires kunnen heter worden dan
normaal. Het apparaat kan een vreemde
geur en rook afgeven. Dit is normaal.
Zorg dat er voldoende luchtcirculatie in
de ruimte is.
5. KOOKPLAAT - DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
5.1 Warmte-instelling
Symbol-
en
Functie
Uit-stand
Tweekringskookzone
Warm houden
1 - 9 Verwarmingsstanden
Gebruik de restwarmte om
het energieverbruik te
verlagen. Zet de kookzone
ongeveer 5 - 10 minuten
voordat het koken is
voltooid uit.
Draai de bedieningsknop in de gewenste
verwarmingsstand.
Zet de bedieningsknop op de uit stand
om het kookproces te beƫindigen.
5.2 Activeren en deactiveren
van de buitenringen
Het verwarmingsvlak kan worden
aangepast aan de grootte van de
pannen.
Om de buitenste ring in te schakelen:
draai de knop rechtsom door een lichte
weerstand naar . Draai vervolgens de
knop linksom naar de juiste kookstand.
Om de buitenste ring uit te schakelen:
de timerknop op de uitstand zetten. Het
controlelampje gaat uit.
5.3 Restwarmte-indicatie
WAARSCHUWING!
Er bestaat
verbrandingsgevaar door
restwarmte.
Het lampje gaat aan wanneer een
kookzone heet wordt.
6. KOOKPLAAT - AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
6.1 Kookgerei
De bodem van het
kookgerei moet zo dik en
vlak mogelijk zijn.
NEDERLANDS 9