User manual

818 14 07-02/7 21
Druk de toets WAARSCHUWING UIT in om het alarm uit te schakelen.
3
De alarmtoon wordt na een uur automatisch uitgeschakeld, als hij niet
handmatig wordt afgezet.
0 Temperatuur op -18°C of kouder instellen (zie hoofdstuk "Temperatuur
instellen").
0 Pas diepvriesproducten in het apparaat doen als een temperatuur in de
diepvriesruimte van -18 °C is bereikt, resp. tot het rode waar-
schuwingslampje uit is.
Temperatuur instellen
Met de betreffende temperatuurregeling kunnen de gewenste
temperatuur in de koelruimte en in de diepvriesruimte apart van elkaar
ingesteld worden.
0 Druk op de toetsen + (WARMER) of - (KOUDER).
De temperatuurindicatie schakelt om en geeft knipperend de op dat
moment ingestelde GEWENSTE temperatuur aan.
0 Druk op de toets + om hogere temperaturen in te stellen. Druk op de
toets - om lagere temperaturen in te stellen.
Met elke toetsdruk wordt de temperatuur steeds 1 stap verder inge-
steld.
Aanwijzing: Uit voedingswetenschappelijk oogpunt is een
bewaartemperatuur van ca. +5 °C in de koelruimte en -18 °C in de
diepvriesruimte in de regel koud genoeg.
3
Als na het instellen van de temperatuur de toetsen niet meer ingedrukt
worden, schakelt de temperatuurindicatie na korte tijd (ca. 5 sec.) om
en geeft weer de in de koelruimte c.q. in de vriesruimte aanwezige
WERKELIJKE temperatuur aan. De indicatie wisselt van knipperen op
continu branden.
Belangrijk! Regelmatig via het rode alarmlampje en de temperatuur-
indicatie de juiste bewaartemperatuur controleren.