User manual

De Powerfunctie is geschikt voor het ver-
warmen van grote hoeveelheden water.
7. KOOKPLAAT - ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Zie de veiligheidshoofdstukken .
Reinig het apparaat na elk gebruik.
Gebruik altijd kookgerei met een schone
bodem.
Krassen of donkere vlekken in de
glaskeramiek hebben geen in-
vloed op de werking van het ap-
paraat.
Vuil verwijderen:
1.
Verwijder direct:gesmolten plas-
tic, gesmolten folie en suikerhou-
dende gerechten. Anders kan het
vuil het apparaat beschadigen.
Gebruik een speciale schraper
voor de glazen plaat. Plaats de
schraper schuin op de glazen
plaat en verwijder resten door het
blad over het oppervlak te schui-
ven.
Verwijder nadat het apparaat
voldoende is afgekoeld:kalkvlek-
ken, waterkringen, vetvlekken,
glimmende metaalachtige ver-
kleuringen. Gebruik een speciaal
schoonmaakmiddel voor glaskera-
miek of roestvrij staal.
2.
Reinig het apparaat met een vochti-
ge doek en een beetje afwasmiddel.
3.
Wrijf het apparaat ten slotte droog
met een schone doek.
8. OVEN - DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Zie de veiligheidshoofdstukken .
8.1 Koelventilator
Als het apparaat aanstaat, wordt de
koelventilator automatisch ingeschakeld
Na het uitschakelen van het apparaat
blijft de ventilatie doorgaan om het ap-
paraat af te koelen en schakelt daarna
vanzelf uit.
8.2 Het apparaat aan- en
uitzetten
1.
Zet de functieknop van de oven op
een ovenfunctie.
2.
Zet de temperatuurknop op de ge-
wenste temperatuur.
Het temperatuurlampje gaat aan zo-
lang de temperatuur in het apparaat
stijgt.
3.
Draai om het apparaat uit te schake-
len de functieknop van de oven en
de thermostaatknop op de uit-stand.
8.3 Ovenfuncties
Ovenfunctie Applicatie
Uit-stand Het apparaat staat uit.
NEDERLANDS 15