User manual

Druk om de tijd te wijzigen her-
haaldelijk op
tot het indicatie-
lampje voor de tijd knippert. U
mag de functie Duur
of Eind-
tijd
niet op dezelfde tijd in-
stellen.
Om het apparaat te bedienen, moet u
de bedieningsknop indrukken. De be-
dieningsknop komt naar voren.
4.3 Voorverwarmen
Verwarm het apparaat voor om het res-
terende vet weg te branden.
1.
Stel de functie en de maximum-
temperatuur in.
2.
Laat het apparaat een uur aan staan.
3.
Stel de functie en de maximum-
temperatuur in.
4.
Laat het apparaat tien minuten aan
staan.
5.
Stel de functie en de maximum-
temperatuur in.
6.
Laat het apparaat tien minuten aan
staan.
Accessoires kunnen heter worden dan
normaal. Het apparaat kan een vreemde
geur en rook afgeven. Dit is normaal.
Zorg dat er voldoende luchtcirculatie is.
5. KOOKPLAAT - DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Zie de veiligheidshoofdstukken.
5.1 Temperatuurinstelling
Toets Functie
Warmhouden
0 Uit-stand
1-9 Kookstanden
(1 - laagste kookstand; 9 -
hoogste kookstand)
1.
Draai de bedieningsknop in de ge-
wenste kookstand.
2.
Zet de bedieningsknop op stand 0
om het kookproces stop te zetten.
Gebruik de restwarmte om het
energieverbruik te verlagen. Zet
de kookzone ongeveer 5-10 mi-
nuten voordat het koken is vol-
tooid uit.
5.2 Gebruik van de dubbele
zone
LET OP!
Draai de knop naar rechts om de
dubbele zone te activeren. Draai
de knop niet door de stopposi-
tie.
1.
Draai de knop rechtsom naar positie
9.
2.
Draai de knop langzaam naar het
symbool
tot u een klik hoort.
De twee kookzones zijn nu aan.
3.
Raadpleeg 'Kookstanden' om de no-
dige kookstanden in te stellen.
5.3 Restwarmte-indicatie
De restwarmte-indicatie geeft aan wan-
neer een kookzone heet is.
WAARSCHUWING!
Er bestaat verbrandingsgevaar
door restwarmte.
NEDERLANDS 9