User Manual

Table Of Contents
12. DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
12.1 Het apparaat
inschakelen
1. Steek de stekker in het stopcontact.
2. Open de waterkraan.
3. Druk een paar seconden op de knop
Aan/Uit om het apparaat in te
schakelen.
Er klinkt een korte tune. Het apparaat
stelt automatisch een
standaardprogramma voor. Het relevante
indicatielampje gaat branden.
Het display toont de programmaduur, de
maximale lading (enkele seconden), de
standaardtemperatuur, de
standaardcentrifugeersnelheid en de
aanduidingen van de fasen waaruit het
programma bestaat.
12.2 Wasgoed in de machine
doen
1. Open de deur van het apparaat.
2. Schud de kleding goed, voordat u
deze in het apparaat stopt.
3. Doe de was in de trommel, één item
tegelijk.
Zorg ervoor dat u niet te veel was in de
trommel plaatst.
4. Doe de deur stevig dicht.
LET OP!
Zorg ervoor dat er geen
wasgoed tussen de deur
blijft klemmen. Er kan
waterlekkage of beschadigd
wasgoed ontstaan.
LET OP!
Het wassen van hele vette of
olieachtige vlekken kan
schade aan de rubberen
delen van de wasmachine
veroorzaken.
12.3 Wasmiddel en additieven
(wasverzachter,
vlekkenmiddel) toevoegen
We adviseren om het
aangegeven
maximumniveau niet te
overschrijden ( ).
1. Open de wasmiddellade.
M
ax
M
a
x
Ma
x
Salt
2. Doe het waspoeder in het vakje .
Zie bij gebruik van vloeibaar
wasmiddel 'Vloeibaar wasmiddel
vullen'.
NEDERLANDS 31