User manual
57
Veiligheidsaanwijzingen voor de installateur
• In de elektrische installatie moet een inrichting zitten waarmee het appa
raat met een contactopeningswijdte van minimaal 3 mm alpolig van het
elektriciteitsnet afgekoppeld kan worden.
Als geschikte scheidingsinrichting gelden bijv. aardlekschakelaar, zekeringen
(schroefzekeringen moeten uit de fitting gehaald worden), veiligheidscha
kelaar.
• Het apparaat voldoet wat betreft beveiliging tegen brand aan het type Y
(EN 60 335-2-6). Alleen apparaten van dit type mogen aan één zijde tegen
hoge kasten of wanden aangebouwd worden.
• Onder de kookplaat moet een vrije ruimte van minstens 20 mm voorhanden
zijn.
• Er mogen geen laden onder de kookplaat gemonteerd worden.
• De aanraakbeveiliging moet door het inbouwen gegarandeerd zijn.
• De stabiliteit van de inbouwkast moet aan DIN 68930 voldoen.
• Inbouwfornuizen en inbouwkookplaten zijn met speciale insteeksystemen
uitgerust. Ze mogen alleen met toestellen van het passende systeem ge
combineerd worden.
• Als bescherming tegen vocht moeten alle uitgezaagde delen met een ge
schikt afdichtingsmateriaal beschermd worden.
• Bij betegelde werkvlakken moeten de voegen bij het kookgedeelte geheel
met voegenmateriaal gevuld zijn.
• Afdichting bij het raam controleren op correcte positie en op eventuele
gaten. Er mag geen extra siliconen afdichting aangebracht worden, omdat
dit het uitbouwen bij service bemoeilijkt.
• Voor demontage moet de kookplaat er van onderen uitgedrukt worden.
Installatie-aanwijzingen