User manual

28 818 2227-00/2
Vaktermen
Koelmiddelen
Vloeistoffen die voor het opwekken van koude gebruikt kunnen wor-
den noemt men koelmiddelen. Ze hebben een verhoudingsgewijs laag
kookpunt, zo laag, dat de warmte van de in het koelapparaat opge-
slagen levensmiddelen het koelmiddel tot koken resp. verdampen kan
brengen.
Koelmiddelcircuit
Gesloten circuit, waarin zich het koelmiddel bevindt. Het koelmiddel-
circuit bestaat in principe uit een verdamper, een compressor, een
condensor en pijpleidingen.
Verdamper
In de verdamper verdampt het koelmiddel. Deze warmte wordt aan
het interieur van het apparaat onttrokken, dat daardoor afkoelt. Net
als alle vloeistoffen hebben koelmiddelen warmte nodig om te ver-
dampen. Daarom zit de verdamper binnen in het apparaat of direct
achter de binnenwand en is daardoor niet zichtbaar.
Compressor
De compressor heeft de vorm van een kleine ton. Hij wordt door een
ingebouwde eletromotor aangedreven en is aan de achterkant van de
sokkel geplaatst. De taak van de compressor is dampvormige
koelmiddelen aan de verdamper te onttrekken, samen te persen en
verder naar de condensor te leiden.
Condensor
De condensor heeft meestal de vorm van een rooster. In de condensor
wordt het door de compressor samengeperste koelmiddel vloeibaar
gemaakt. Daarbij komt warmte vrij, die via het oppervlak van de con-
densor aan de omringende lucht wordt afgegeven. De condensor
wordt daarom aan de buitenkant, meestal aan de achterkant van het
apparaat geplaatst.