ARCTIS No-frost (frost free) Cooling and Freezing Appliance No-frost-automatische diepvries-electronica g Operating Instructions l Gebruiksaanwijzing
Geachte klant, Lees eerst aandachtig de gebruiksaanwijzing door voordat U Uw nieuwe koelapparaat in gebruik neemt. Hierin staat belangrijke informatie over een veilig gebruik, over het opstellen en over het onderhoud van het apparaat. De gebruiksaanwijzing s.v.p. bewaren voor latere naslag. Aan eventuele volgende bezitters van het apparaat doorgeven. Deze gebruiksaanwijzing is voor meerdere, technisch vergelijkbare modellen in diverse uitvoeringen bestemd. S.v.p.
Inhoud Veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43 Weggooien . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45 Transport apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46 Transportbescherming verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46 Opstellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Inhoud Controle- en informatiesysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Temperatuur- en ontdooiwaarschuwing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . "Open Deur"-waarschuwing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Functiestoringen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 64 64 65 65 Vriezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
1 Veiligheid De veiligheid van onze koelapparaten beantwoordt aan de erkende regels der techniek en de wet op de veiligheid van apparaten. Desondanks zien wij ons genoodzaakt U met de volgende veiligheidsaanwijzingen vertrouwd te maken: Juist gebruik • Het koelapparaat is bestemd voor huishoudelijk gebruik. Naar gelang de ingestelde stand kan het apparaat gebruikt worden voor invriezen, diepgekoeld opslaan, voor het maken van ijs of voor het koelen van levensmiddelen.
Veiligheid • Apparaten die hun tijd gehad hebben onbruikbaar maken voordat ze weggegooid worden. Stekker er afhalen, netsnoer doorknippen, eventuele snap- of grendelsloten verwijderen of kapotmaken. Hierdoor wordt voorkomen dat spelende kinderen in het apparaat opgesloten worden (verstikkingsgevaar!) of in andere levensgevaarlijke situaties terechtkomen. • Kinderen zien de gevaren die in het omgaan met huishoudelijke apparaten schuilen vaak niet.
Bij storing • Bij storing aan het apparaat eerst in deze handleiding onder "Wat te doen als..." kijken. Als de daar genoemde aanwijzingen niet verder helpen, niet zelf reparaties uitvoeren. • Koelapparaten mogen alleen door vaklieden gerepareerd worden. Door ondeskundige reparaties kunnen grote gevaren ontstaan. Wendt U zich voor reparaties s.v.p. tot Uw handelaar of onze klantendienst.
Transport apparaat Er zijn twee personen nodig om het apparaat te transporteren. Voor een betere grip zijn voor aan de onderkant en achter aan de bovenkant van het apparaat twee grepen aanwezig. 0 1. Sokkelpaneel naar voren lostrekken (zie „Deurstuiter vervangen“, punt 1). 2. Het apparaat vastpakken aan de grepen op de plaatsen zoals op de tekening afgebeeld en transporteren. 3.
Opstellen Opstelplaats Het apparaat in een goed geventileerde en droge ruimte neerzetten. Een optimale plaats voor diepvrieskasten is de kelder. De omgevingstemperatuur heeft invloed op het stroomverbruik en het onberispelijk functioneren van het apparaat.
Opstellen Het apparaat heeft lucht nodig Lucht wordt onder de deur toegevoerd via de ventilatieopeningen in de sokkel via de ontluchting langs de achterwand naar boven. Deze ventilatieopeningen nooit afdekken of versperren zodat de lucht kan circuleren. Let op! Als het apparaat bijv. onder een kast geplaatst wordt, dient een afstand van minstens 10 cm tussen de bovenkant van het apparaat en het daarboven aangebrachte meubel aangehouden te worden. 0 1.
Opstellen Electrische aansluiting Voor de electrische aansluiting is een overeenkomstig de voorschriften geïnstalleerd, randgeaard stopcontact vereist. De electrische beveiliging dient minstens 10 Ampère te bedragen. Als het stopcontact na het opstellen van het apparaat niet meer bereikbaar is, dient een passende maatregel in de electrische installatie ervoor te zorgen dat het apparaat van het lichtnet afgekoppeld kan worden (bijv. zekering, LS-schakelaar, foutstroomveiligheidsschakelaar e.d.
Deurstuiter vervangen De deurstuiter kan van rechts (stand waarin hij wordt afgeleverd) naar links gewisseld worden als dat voor de opstelplaats nodig is. 1 Waarschuwing! Bij het wisselen van de deurstuiters mag het apparaat niet op het lichtnet aangesloten zijn. Van te voren de stekker uit te stopcontact halen. Meegeleverde delen voor deursluithulpje (B2 en C2) bij deurscharnier links. De gedemonteerde delen bewaren om later het deurscharnier om te zetten. 0 1. Plintrooster er naar voren toe aftrekken.
Deurstuiter vervangen 5. Glijstuk van het deursluithulpje (C1) van het onderste deurscharnier rechts wegnemen, evt. met behulp van een puntige schroevendraaier (1). Afdekkingen op deurscharnier van links naar rechts omzetten (2, 3) en meegeleverd glijstuk van het deursluithulpje (C2) van het verbindingsstuk losmaken en op het onderste deurscharnier links zetten (4). 6. Bovenste lagertappen naar links overzetten. 7.
10. Handgrepen en afdekdopjes volgens afbeelding overzetten. 11. Plintrooster er weer opzetten. Deur uitlijnen Indien nodig kan de deur van het apparaat uitgelijnd worden. 0 1. Daartoe de deur demonteren (zie Hoofdstuk "Deurstuiter vervangen"). 2. Glijstuk van het deursluithulpje B1 (bij scharnier links B2) wegnemen. 3.
De belangrijkste kenmerken van het apparaat • Naar gelang de behoefte kan het apparaat als diepvriesapparaat of als koelapparaat gebruikt worden. Hiervoor kan op het apparaat de stand "Vriezen" of "Koelen" gekozen worden. – In de stand "Vriezen" is het apparaat te gebruiken voor het invriezen en diepgekoeld opslaan met temperaturen van -15 °C tot -24 °C.
De belangrijkste kenmerken van het apparaat • Met het no-frost-systeem kunnen zowel verse levensmiddelen ingevroren worden als bevroren of gekoelde producten opgeslagen worden door koude lucht. Een verdamper koelt de lucht binnen in het apparaat af, die door een ventilator gecirculeerd en gelijkmatig verdeeld wordt. Deze gelijkmatig circulerende luchtstroom zorgt voor een droog klimaat, geringe temperatuurwisselingen en -verschillen in het gehele apparaat.
Beschrijving apparaat Voorkant (diverse modellen) ➀ ➁ ➂ ➃ ã å Diepvriestableau Laden Verdamper Binnenverlichting Bedieningspaneel Merk- en type-aanduidingsplaatje 55
Beschrijving apparaat Diepvriestableau In het midden van het apparaat is een diepvriestableau geschoven. 3 Op het diepvriestableau kunnen bijv. bessen stuk voor stuk ingevroren worden. Voordeel: De bessen worden niet fijn gedrukt en behouden hun natuurlijke vorm. De bevroren bessen kunnen daarna in porties verpakt worden en in de vakken/laden gelegd worden. Het diepvriestableau is ook bedoeld voor kleine diepvriesproducten (bijv. kruiden), bovendien kunnen daar ijsblokjesschalen gezet worden.
Beschrijving apparaat Bedieningspaneel 1 Lichtnetcontrolelampje (groen) 2 AAN/UIT toets 3 Toets van het instellen van de temperatuur (voor warmere temperaturen) 4 Temperatuurindicatie (negatieve temperaturen worden met een brandende “-” aangegeven) 5 Toets van het instellen van de temperatuur (voor koudere temperaturen) 6 Lampje voor ingeschakelde COOLMATIC of FROSTMATIC-functie (geel) 7 FROSTMATIC toets 8 Waarschuwingslampje (rood) 9 WAARSCHUWING UIT toets (zie hoofdstuk "Controle- en informatiesysteem")
Beschrijving apparaat Toetsen voor het instellen van de temperatuur De temperatuur wordt ingesteld via de toetsen „+“ (WARMER) en „-“ (KOUDER). De toetsen staan in verbinding met de temperatuuraanwijzing. • Door te drukken op één van de twee toetsen „+“ (WARMER) of „-“ (KOUDER) wordt de temperatuuraanwijzing van de WERKELIJKE temperatuur (temperatuurindicatie brandt) op de GEWENSTE temperatuur (temperatuurindicatie knippert) omgeschakeld.
Daarna schakelt de indicatie weer op de actuele vriesruimtetemperatuur om. • Als bijv. door langere stroomuitval de diepvriesproducten gedeeltelijk of geheel ontdooid zijn, geeft de temperatuurindicatie, als u toets WAARSCHUWING UIT indrukt, de warmste temperatuur aan, die de diepvriesproducten bij het terugkeren van de stroomverzorging hebben bereikt. • Is er sprake van een storing, dan verschijnt in de temperatuurindicatie een vierkant of een foutcode (F7 of F8).
Ingebruikname 0 1. Stekker in het stopcontact stoppen. 2. AAN/UIT toets indrukken. Het groene lichtnetlampje gaat branden. De temperatuuraanwijzing geeft de temperatuur aan die op dat moment in de diepvriesruimte heerst (WERKELIJKE temperatuur). Het rode waarschuwingslampje gaat knipperen om aan te geven dat de noodzakelijke opslagtemperatuur nog niet bereikt is.
2. Temperatuur naar gelang de gekozen stand instellen (zie hoofdstuk "Temperatuur instellen"). Let op! Als het apparaat als vriezer gebruikt wordt: Met het opslaan van diepvriesproducten wachten tot de temperatuur in de diepvriesruimte -18 °C bereikt heeft, resp. tot het rode waarschuwingslampje uit is. Let op! Als het apparaat als koelapparaat gebruikt wordt, nadat het als diepvriesapparaat gebruikt is: Met het opslaan van producten wachten tot de temperatuur in de koelruimte tot boven 0 °C gestegen is.
COOLMATIC inschakelen (alleen op stand "Koelen" mogelijk) De COOLMATIC-functie is geschikt voor het snel afkoelen van grotere hoeveelheden diepvriesproducten in de koelruimte, bijv. voor dranken of salades voor een feestje. 0 1. FROSTMATIC toets indrukken. Het gele controlelampje naast de FROSTMATIC toets brandt. 3 De COOLMATIC-functie zorgt nu voor intensief koelen. Daarbij wordt automatisch een GEWENSTE temperatuur van +2 °C ingesteld.
Attentie! Terwijl de COOLMATIC-functie is ingeschakeld, kan de oorspronkelijk ingestelde GEWENSTE temperatuur niet worden gewijzigd. Bij ingeschakelde FROSTMATIC-functie verschijnt in de temperatuurindicatie de actuele vriesruimtetemperatuur. Bij indrukken van een toets voor temperatuurinstelling verschijnt in de indicatie 5 seconden lang „SF“ (Super-Frost). Daarna schakelt de indicatie weer op de actuele vriesruimtetemperatuur om.
Controle- en informatiesysteem Het controle- en informatiesysteem bestaat uit een temperatuuraanwijzing, optische waarschuwingsaanwijzing en akoestisch waarschuwingssysteem. Het systeem waarschuwt: – als de deur van het apparaat open staat; – als de temperatuur in de diepvriesruimte te hoog oploopt (alleen in de stand "Vriezen"); – als de verdenking bestaat dat diepvriesproducten ontdooid zijn; – bij functiestoringen aan het apparaat.
Controle- en informatiesysteem Aanwijzing: Na het inschakelen van het apparaat wordt de waarschuwing zo lang onderbroken, tot de ingestelde GEWENSTE temperatuur voor het eerst wordt bereikt. Een dergelijke temperatuurstijging kan eventueel veroorzaakt worden door: – het vaak en langdurig openen van de deur; – het opslaan van grotere hoeveelheden warme levensmiddelen; – hoge omgevingstemperatuur – een defect in het apparaat.
Vriezen (alleen in de stand ’’Vriezen’’) Let op! • Voor het invriezen van levensmiddelen moet de WERKELIJKE temperatuur in de diepvriesruimte -18 °C of kouder zijn. • Let op het vriesvermogen op het merk- en type-aanduidingsplaatje. Het vriesvermogen is de maximale hoeveelheid verse producten die binnen 24 uur ingevroren kan worden. Neem slechts 2/3 tot 3/4 van de hoeveelheid die aangegeven staat op het merk- en typeaanduidingsplaatje als er gedurende meerdere dagen achter elkaar ingevroren wordt.
• Geschikt voor het verpakken van diepvriesproducten zijn: – diepvrieszakken en -folie van polyethyleen; – speciale diepvriesdozen; – aluminiumfolie, extra sterk. • Voor het sluiten van zakken en folie zijn geschikt: plastic klemmen, elastiekjes of plakband. • Voor het sluiten de lucht uit zakken en folie strijken, omdat lucht het uitdrogen van de diepvriesproducten bevordert. • Maak platte pakjes, deze bevriezen sneller.
Het maken van ijsblokjes 0 1. Ijsbakje (niet bij alle modellen inbegrepen) voor 3/4 met koud water vullen en op het diepvriesplateau of in een la plaatsen en laten bevriezen. 2. Als de ijsblokjes klaar zijn kunnen ze uit de ijsbakje gehaald worden door de schaal om te draaien of kort onder de kraan te houden. Let op! Als de ijsbakje vastgevroren zit nooit met puntige of scherpe voorwerpen losmaken. Een lepelsteel of iets dergelijk gebruiken.
Koelen Het apparaat is, afhankelijk van de ingestelde temperatuur, geschikt voor • "longfresh"-koelen • "standaard"-koelen • koelen van dranken. 3 De laden van het apparaat kunnen er afzonderlijk uitgenomen worden. De mogelijkheid om deze eruit te nemen is een groot voordeel als diepvriesproducten die opgeslagen moeten worden te groot zijn om in een lade te leggen. In dat geval kan in de lade daaronder hoger opgestapeld worden. In plaats van laden kunnen er ook roosters ingeschoven worden.
Koelen • Voor het verpakken zijn geschikt: – vershoudzakken en -folie van polyethyleen – afsluitbare plastic dozen – aluminiumfolie. "Standaard"-koelen Door een GEWENSTE temperatuur rond +5 °C te kiezen kan het apparaat als normale koelkast gebruikt worden. • Levensmiddelen dienen altijd afgedekt of verpakt in de koelruimte geplaatst te worden om te vermijden dat ze uitdrogen en de geur of smaak op andere producten overgebracht worden.
Reiniging en onderhoud Om hygiënische redenen dient het apparaat aan de binnenkant met toebehoren geregeld gereinigd te worden. 1 Waarschuwing! • Het apparaat mag tijdens het schoonmaken niet op het lichtnet aangesloten zijn. Gevaar voor electrische schok! Voor het schoonmaken het apparaat uitschakelen en de stekker uit het stopcontact halen of de zekering uitschakelen er resp. uithalen. • Het apparaat nooit met stoomapparaten schoonmaken.
5. Apparaat binnen en buiten met een doek en lauwwarm water schoonmaken. Eventueel een beetje normaal afwasmiddel bijvoegen. 6. Daarna met schoon water afnemen en droogmaken. 2 Stof op de condensor verhoogt het energieverbruik. Daarom eenmaal per jaar de condensor aan de achterkant van het apparaat met een zachte borstel of met de stofzuiger voorzichtig schoonmaken. 7. Als alles droog is het apparaat weer in gebruik nemen.
Wat te doen als ... Hulp bij storingen Het kan zich bij een storing om een klein defect handelen dat zelf met behulp van de volgende aanwijzingen opgelost kan worden. Geen verdere actie ondernemen als de volgende informatie in concrete gevallen niet verder helpt. 1 Waarschuwing! Reparaties aan het koelapparaat mogen alleen door vakmensen uitgevoerd worden. Door verkeerd uitgevoerde reparaties kunnen grote gevaren voor de gebruiker ontstaan.
Wat te doen als ... Storing Mogelijke oorzaak Als de deur langer dan 5 minuten openstaat, Dit is normaal, het betreft knippert de binnenverlichgeen storing. ting en wordt dan uitgeschakeld. Hulp Nalezen in hoofdstuk "Binnenverlichting". Apparaat naar de stand Apparaat staat op de stand "Vriezen" omzetten. Daartoe hoofdstuk "Koelen" in plaats van op "Vriezen of Koelen" "Vriezen". nalezen. De temperatuur in de diepvriesruimte is niet voldoende. Binnenverlichting werkt niet.
Wat te doen als ... Storing Mogelijke oorzaak Hulp Luide compressorgeluiden. Verhoogd koudevermogen bij ingebruikname, ingeschakelde FROSTMATICfunctie, open deur of opslaan van verse producten. Met gereduceerd koudevermogen bij normale instelling worden de geluiden vanzelf zachter. Apparaat staat niet recht. Voorste stelvoetjes bijstellen. Apparaat staat tegen de muur of tegen andere voorwerpen aan. Apparaat iets wegtrekken. Ongewone geluiden. Een onderdeel, bijv.
Wat te doen als ... Lamp verwisselen 1 Waarschuwing! Gevaar voor electrische schok! Voor het wisselen van de lamp het apparaat uitzetten en de stekker uit het stopcontact halen of de zekering uitschakelen er resp. uithalen. Gegevens lamp: 220-240 V, max. 15 W, fitting: E 14 0 1. De AAN/UIT toets ca. 2 seconden ingedrukt houden om het apparaat uit te schakelen. 2. Stekker uit het stopcontact trekken. 3. Kapotte lamp verwisselen.
Geluiden als apparaat in bedrijf is De volgende geluiden zijn karakteristiek voor koelapparaten: • Klikken Altijd als de compressor in- of uitgeschakeld wordt, is een klikgeluid te horen. • Zoemen Zodra de compressor werkt, is een zoemgeluid te horen. • Borrelen/Kabbelen Als koelvloeistof door dunne buisjes stroomt, is een borrelend of kabbelend geluid te horen. Ook na het uitschakelen van de compressor is dit geluid nog korte tijd te horen.
Vaktermen • Koelmiddelen Vloeistoffen die voor het opwekken van koude gebruikt kunnen worden noemt men koelmiddelen. Ze hebben een verhoudingsgewijs laag kookpunt, zo laag, dat de warmte van de in het koelapparaat opgeslagen levensmiddelen het koelmiddel tot koken resp. verdampen kan brengen. • Koelmiddelencircuit Gesloten circuit, waarin zich het koelmiddel bevindt. Het koelmiddelcircuit bestaat in principe uit een verdamper, een compressor, een condensor en pijpleidingen.
Klantenservice Als bij een storing geen oplossing in deze gebruiksaanwijzing gevonden kan worden, gelieve men zich tot de handelaar of tot onze klantenservice te wenden. Adressen en telefoonnummers staan in bijgevoegde boekje "Garantievoorwaarden/Klantendienst". Een gerichte onderdeelvoorbereiding kan onnodige moeite en kosten besparen. Vermeld daarom de volgende gegevens van het apparaat: • Modelnaam • Productnummer (PNC) • Productienummer (S-No.
AEG Hausgeräte GmbH Postfach 1036 D-90327 Nürnberg http://www.aeg.hausgeraete.