Operation Manual

62
4. Gewenste temperatuur door indrukken van de toetsen „+“ (WARMER)
en „-“ (KOUDER) instellen (zie hoofdstuk "Toetsen voor temperatuurin-
stelling"). De temperatuurindicatie geeft onmiddellijk de gewijzigde
instelling aan.
Bij elke druk op een toets wordt de temperatuur een vakje verder
gezet.
Opmerking: In de voedingswetenschap wordt een bewaartemperatuur
van -18°C als voldoende koud beschouwd.
5. Wanneer na het instellen van de temperatuur de toetsen niet weer
ingedrukt worden, dan schakelt de temperatuurindicatie na korte tijd
(ongeveer 5 seconden) om en geeft opnieuw de, op dat moment in de
vriesruimte heersende, WERKELIJKE temperatuur aan. De indicatie gaat
van knipperen naar constant branden over.
De compressor start en loopt dan automatisch.
Aanwijzing: als de instelling veranderd wordt, start de compressor niet
direct.
In de fabriek is de temperatuur ingesteld op -18°C.
Wacht met het opslaan van diepvriesproducten totdat in de vriesruim-
te een temperatuur van -18°C bereikt is en dus het rode alarmlampje
niet meer brandt.
FROSTMATIC
FROSTMATIC-toets
De FROSTMATIC-functie versnelt het invriezen van verse
levensmiddelen en beschermt tegelijkertijd de reeds inge-
vroren waren tegen ongewenste verwarming.
1. Door te drukken op de FROSTMATIC-toets wordt de FROSTMATIC-functie
ingeschakeld. Het gele lampje gaat branden.
Als de FROSTMATIC-functie niet handmatig beëindigd wordt, schakelt
de elektronica van het apparaat de FROSTMATIC-functie na 48 uur uit.
Het gele lampje gaat uit.
2. Door opnieuw op de FROSTMATIC-toets te drukken kan de FROSTMA-
TIC-functie te allen tijde handmatig beëindigd worden. Het gele lampje
gaat uit.
Als de FROSTMATIC-functie is ingeschakeld, kan de WERKELIJKE tem-
peratuur in de vriesruimte iets dalen. Na uitschakelen van de FROST-
MATIC- functie heerst de gekozen GEWENSTE temperatuur weer.
Als de FROSTMATIC-functie is ingeschakeld, kan de temperatuurinstel-
ling niet worden gewijzigd.