User manual

Montageaanwijzingen
58
1 Veiligheidsaanwijzingen voor de installateur
In de elektrische installatie moet een inrichting zitten waarmee het
apparaat met een contactopeningswijdte van minimaal 3 mm alpolig
van het elektriciteitsnet afgekoppeld kan worden.
Als geschikte scheidingsinrichting gelden bijv. aardlekschakelaar, zek-
eringen (schroefzekeringen moeten uit de fitting gehaald worden),
veiligheidschakelaar.
Het apparaat voldoet wat betreft beveiliging tegen brand aan het
type Y (IEC 335-2-6). Alleen apparaten van dit type mogen aan één
zijde tegen hoge kasten of wanden aangebouwd worden.
Contactbescherming moet door de inbouw gegarandeerd zijn.
De stabiliteit van de inbouwkast moet voldoen aan DIN 68930.