User manual

2. Blijf op drukken totdat begint
te knipperen.
3. Druk op of om de
BEREIDINGSDUUR in te stellen.
4. Druk op .
5. Druk op of om de tijd voor
EINDE in te stellen.
6. Druk op om te bevestigen.
Het apparaat gaat later automatisch aan,
werkt voor de ingestelde
BEREIDINGSDUUR en stop aan op de
ingestelde EINDTIJD. Op de ingestelde
tijd, weerklinkt er een geluidssignaal.
7. Het apparaat wordt automatisch
uitgeschakeld. Druk op een
willekeurige toets om het signaal uit
te zetten.
8. Draai de knop voor de ovenfuncties
en de knop voor de temperatuur
naar de uit-stand.
6.6 De KOOKWEKKER
instellen
1. Blijf op drukken totdat begint
te knipperen.
2. Druk op or om de gewenste
tijd in te stellen.
De KOOKWEKKER start automatisch na
vijf seconden.
3. Wanneer de ingestelde tijd voorbij is,
klinkt er een geluidssignaal. Druk op
een willekeurige toets om het
geluidssignaal uit te zetten.
4. Draai de knop voor de ovenfuncties
naar de uit-stand.
6.7 De klokfuncties annuleren
1.
Blijf op de
drukken tot het
symbool voor de benodigde
ovenfunctie begint te knipperen.
2. Houd ingedrukt.
De klokfunctie gaat na een paar
seconden uit.
7. GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
7.1 Vleesthermometer
De sensor van de vleesthermometer
meet de temperatuur binnenin het
voedsel. Wanneer het voedsel de
ingestelde temperatuur heeft bereikt,
wordt het apparaat uitgeschakeld.
Er worden twee temperaturen ingesteld:
de oventemperatuur (minimaal
120°C),
de kerntemperatuur van het voedsel.
LET OP!
Gebruik alleen de sensor van
de vleesthermometer die is
meegeleverd and de
originele reserveonderdelen.
Aanwijzingen voor de beste resultaten:
Ingrediënten moeten op
kamertemperatuur zijn.
De sensor voor de vleesthermometer
kan niet worden gebruikt voor
vloeibare gerechten.
Tijdens de bereiding moet de sensor
van de vleesthermometer in het
gerecht stoken blijven en de stekker
in de houder.
Maak gebruik van de aanbevolen
vleesthermometerinstellingen voor
voedsel. Zie het hoofdstuk 'Nuttige
aanwijzingen en tips'.
Voedselcategorieën: vlees,
gevogelte en vis
1. Plaats de punt van de
vleesthermometer in het midden van
het vlees of de vis, indien mogelijk in
het dikste gedeelde. Zorg ervoor dat
ten minste 3/4 van de
vleesthermometer in het gerecht zit.
www.aeg.com
12