Operation Manual

Ovenfunctie Toepassing
6 Circulatiegrill Voor het braden van grotere stukken vlees of gevogelte met
botten op één niveau. Ook geschikt voor het maken van een
bruin korstje en gratineren.
7 Snel grillen Voor het grillen van plat voedsel in grotere hoeveelheden.
Om brood te roosteren.
8 Grill Voor het grillen van plat voedsel in het midden van het roos-
ter. Om brood te roosteren.
9 Warmhouden Om het voedsel warm te houden.
10 Ontdooien Voor het ontdooien van diepvriesvoedsel.
11 Onderwarmte Voor het bakken van taarten met een knapperige bodem en
het bewaren van voedsel.
12 ECO Braden Dankzij ECO-functies kunt u het energieverbruik tijdens het
koken optimaliseren. Het is daarom nodig om de kooktijd
eerst in te stellen. Voor meer informatie over de aanbevolen
instellingen raadpleegt u de kooktabellen met de equivalente
normale ovenfunctie.
Oventemperatuur wijzigen
Raak / aan om de temperatuur in stappen van 5 °C te wijzigen.
Wanneer het apparaat de ingestelde temperatuur heeft bereikt, weerklinkt er drie keer een
geluidssignaal en gaat de verwarmingsindicatie uit.
De oventemperatuur controleren
U kunt de temperatuur in het apparaat controleren wanneer de functie of het programma
in werking is.
1. Raak
aan.
Het temperatuur-/tijddisplay geeft de temperatuur in het apparaat aan.
Als u de oventemperatuur wilt wijzigen raakt u nog een keer aan en gebruikt u of
.
2. Raak
aan om terug te keren naar de ingestelde temperatuur. Het display geeft dit
na vijf seconden automatisch weer.
Functie Snel opwarmen
De functie Snel opwarmen verkort de opwarmtijd.
Leg geen voedsel in de oven wanneer de snelwarmfunctie is ingeschakeld.
De snelwarmfunctie activeren : Raak
gedurende langer dan drie seconden aan.
Als u de snelwarmfunctie activeert, gaan de balkjes op het display
één voor één branden
om aan te geven dat de functie werkt.
Dagelijks gebruik
13