User manual

5. DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
5.1 Een verwarmingsfunctie
instellen
1. Draai aan de knop van de
verwarmingsfuncties om een
verwarmingsfunctie te selecteren.
2. Draai aan de regelknop om de
temperatuur te kiezen.
Het lampje gaat aan wanneer de oven in
werking is.
3. Draai de knoppen naar de uitstand
om de oven uit te zetten.
5.2 Verwarmingsfuncties
Ovenfunctie Applicatie
Uit-stand
De oven staat uit.
Binnenverlich-
ting
Het lampje activeren zon-
der een bereidingsfunc-
tie.
Hetelucht
Om op max. 3 rekstan-
den tegelijk te bakken en
voedsel te drogen.
Stel de temperatuur 20 -
40 °C lager in dan voor
Boven + onderwarmte.
Ovenfunctie Applicatie
Hetelucht
(vochtig)
Deze functie is ontwor-
pen om tijdens de berei-
ding energie te bespa-
ren. Zie 'Hints and tips'
hoofdstuk Hetelucht
(vochtig) voor bereidings-
instructies. De ovendeur
dient tijdens de berei-
ding gesloten te zijn zo-
dat de functie niet wordt
onderbroken en om er-
voor te zorgen dat de
oven werkt op de hoogst
mogelijke energie-effi-
ciëntie. Bij het gebruik
van deze functie kan de
temparatuur in de ruimte
verschillen van de inge-
stelde temperatuur. Het
verwarmingsvermogen
kan worden verminderd.
Zie voor algemene ener-
giebesparingsaanbevelin-
gen 'Energie-efficiëntie'
hoofdstuk Energiebespa-
ring.Deze functie werd
gebruik om te voldoen
aan de energie-efficiën-
tieklasse volgens EN
60350-1.
Onderwarmte
Voor het bakken van taar-
ten met een knapperige
bodem en het inmaken
van voedsel.
Grill
Om plat voedsel te gril-
len en brood te rooste-
ren.
Grill Intens
Voor het roosteren van
plat voedsel in grote hoe-
veelheden en voor het
maken van toast.
www.aeg.com8