Operation Manual

6.
Selecteer de ovenfunctie en, indien
nodig, de oventemperatuur.
Het display geeft de huidige kern-
temperatuur en de temperatuurbalk
aan die de relatie toont tussen de in-
gestelde oventemperatuur en de
huidige oventemperatuur.
Nuttige informatie:
De vleesthermometer moet gedu-
rende de bereiding in het vlees blij-
ven en de stekker moet in het stop-
contact blijven.
Terwijl het apparaat de verwachte
duur berekent, wordt de waarde van
de functie voor de timer met optel-
functie in het display van de klok/
restwarmte weergegeven. Wanneer
de eerste berekening is voltooid,
geeft het display van de klok/rest-
warmte - en dan de benaderde
kooktijd weer. Het apparaat blijft de
duur tijdens het koken berekenen.
Het display wordt met tussenpozen
bijgewerkt met de nieuwe duur.
7.
Wanneer het vlees de ingestelde
kerntemperatuur heeft bereikt, gaan
de kerntemperatuur en
knippe-
ren. Er klinkt gedurende twee minu-
ten een geluidssignaal. Raak een
sensorveld aan om het geluidssig-
naal uit te schakelen.
8.
Haal de stekker van de kerntempera-
tuursensor uit het stopcontact en
haal het vlees uit de oven.
WAARSCHUWING!
Wees voorzichtig bij het verwij-
deren van de kerntemperatuur-
sensor. De sensor is heet. Er be-
staat gevaar voor brandwonden.
9.
Schakel het apparaat uit.
Waneer u de kerntemperatuur-
sensor in het stopcontact van het
apparaat steekt, annuleert u de
instellingen voor de klokfuncties.
Wanneer u een gerecht met de kerntem-
peratuursensor bereidt, kunt u de in het
display voor de temperatuur/tijd weer-
gegeven temperatuur veranderen. Als u
de kerntemperatuursensor in het stop-
contact hebt aangesloten en een oven-
functie en temperatuur hebt ingesteld,
wordt de huidige kerntemperatuur op
het display weergegeven.
Raak
herhaaldelijk aan om drie
andere temperaturen te bekijken:
De ingestelde kerntemperatuur
De huidige oventemperatuur
De huidige kerntemperatuur
De ingestelde kerntemperatuur veran-
dert in de huidige kerntemperatuur en
de huidige oventemperatuur verandert
in de ingestelde oventemperatuur.
9.2 Ovenaccessoires plaatsen
De diepe pan en het bakrooster hebben
zijranden. Deze randen en de vorm van
de geleidestangen vormen een speciaal
accessoire om te zorgen dat het kookge-
rei niet verschuift.
18
www.aeg.com