User manual

De vleesthermometer moet
gedurende de bereiding in
het vlees blijven en de
stekker moet in het
stopcontact blijven.
1. Schakel het apparaat in.
2. Steek de punt van de
vleesthermometer (met op de
hendel) in het midden van het vlees.
3. Steek de stekker van de
vleesthermometer in de aansluiting
op de voorkant van het apparaat.
Het display geeft knipperend en de
standaardinstelling voor de
kerntemperatuur weer. De temperatuur
staat op 60 °C tijdens het eerste gebruik,
en op de laatste ingestelde waarde
tijdens elk volgende gebruik.
Waneer u de
kerntemperatuursensor in
het stopcontact van het
apparaat steekt, annuleert u
de instellingen voor de
klokfuncties.
4. Raak of aan om de
kerntemperatuur in te stellen.
5. Raak aan. Anders worden de
instellingen na 5 seconden
automatisch opgeslagen.
U kunt de
kerntemperatuur alleen
instellen wanneer het
symbool knippert. Als
op het display voor
de kerntemperatuur
wordt weergegeven,
gebruikt u en of
om een nieuwe
waarde in te stellen.
6. Stel de ovenfunctie en -temperatuur
in.
Het display geeft de huidige
kerntemperatuur en het opwarmsymbool
weer.
Terwijl het apparaat de geschatte duur
berekent, toont het display de opteltijd.
Na de eerste berekening toont het
display de geschatte duur van de
bereidingstijd.
Het apparaat blijft de kookduur
berekenen. Het display wordt met
tussenpozen bijgewerkt met de nieuwe
duur.
Wanneer u kookt met de
vleesthermometer, kunt u de
temperatuur in het display
wijzigen. Nadat u de
kerntemperatuursensor in de
aansluiting hebt geplaatst
en een ovenfunctie en -
temperatuur hebt ingesteld,
geeft het display de huidige
kerntemperatuur weer.
Raak herhaaldelijk aan
om drie andere
temperaturen te bekijken:
de ingestelde
kerntemperatuur
de huidige
oventemperatuur
de huidige
kerntemperatuur
Wanneer het vlees de ingestelde
kerntemperatuur heeft bereikt, hoort u
een geluidssignaal gedurende twee
minuten en knippert de waarde van de
NEDERLANDS
17