Operation Manual
Table Of Contents
- INHOUDSOPGAVE
- 1. VEILIGHEIDSINFORMATIE
- 2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
- 3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
- 4. BEDIENINGSPANEEL
- 5. VOOR HET EERSTE GEBRUIK
- 6. DAGELIJKS GEBRUIK
- 7. KLOKFUNCTIES
- 8. AUTOMATISCHE PROGRAMMA'S
- 9. GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES
- 10. EXTRA FUNCTIES
- 11. AANWIJZINGEN EN TIPS
- 11.1 Binnenzijde van de deur
- 11.2 Nuttige tips voor speciale opwarmfuncties van de oven
- 11.3 Stomen
- 11.4 Circulatiegrill en Stomen na elkaar
- 11.5 Combi Plus Stomen
- 11.6 Combi Stomen
- 11.7 Regenereren
- 11.8 Bakken
- 11.9 Baktips
- 11.10 Bakken op één niveau:
- 11.11 Ovenschotels en gegratineerde gerechten
- 11.12 Multi Hetelucht (Vochtig)
- 11.13 Bakken op meerdere niveaus
- 11.14 Pizza Hetelucht
- 11.15 Braden
- 11.16 Tabel braadstukken
- 11.17 Grill
- 11.18 Bevroren gerechten
- 11.19 Lage Temperatuur Garen
- 11.20 Inmaken
- 11.21 Drogen
- 11.22 Brood
- 11.23 Kabel vleesthermometer
- 11.24 Aanwijzingen voor testinstituten
- 12. ONDERHOUD EN REINIGING
- 12.1 Opmerkingen over schoonmaken
- 12.2 Aanbevolen reinigingsproducten
- 12.3 Verwijderen van de geleiders
- 12.4 Stoomreiniging
- 12.5 Reinigingsherinnering
- 12.6 Stoomgeneratiesysteem - Ontkalken
- 12.7 Ontkalkmelder
- 12.8 Stoomgeneratiesysteem - Spoelen
- 12.9 Legen Reservoir
- 12.10 De deur verwijderen en installeren
- 12.11 Het lampje vervangen
- 13. PROBLEEMOPLOSSING
- 14. ENERGIEZUINIGHEID

5. Installeer het metalen frame en de
pakking. Draai de schroeven aan.
6. De linker inschuifrails installeren.
13. PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
13.1 Wat moet u doen als…
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
U kunt de oven niet inscha-
kelen of bedienen.
De oven is niet aangesloten
op een stopcontact of is niet
goed geïnstalleerd.
Controleer of de oven goed
is aangesloten op het stop-
contact (zie het aansluitdia-
gram indien beschikbaar).
De oven wordt niet warm. De oven is uitgeschakeld. Schakel de oven in.
De oven wordt niet warm. De klok is niet ingesteld. Stel de klok in.
De oven wordt niet warm. De benodigde kookstanden
zijn niet ingesteld.
Zorg ervoor dat de instellin-
gen correct zijn.
De oven wordt niet warm. De automatische uitschake-
ling is actief.
Raadpleeg "Automatisch
uitschakelen".
De oven wordt niet warm. Het kinderslot is geacti-
veerd.
Raadpleeg "Het kinderslot
gebruiken".
De oven wordt niet warm. De deur is niet goed geslo-
ten.
Sluit de deur volledig.
De oven wordt niet warm. De zekering is doorgesla-
gen.
Controleer of de zekering de
oorzaak van de storing is. Als
de zekeringen keer op keer
doorslaan, neemt u contact
op met een erkende installa-
teur.
Het lampje brandt niet. Het lampje is stuk. Vervang het lampje.
Op het display verschijnt
F111.
De stekker van de vleesther-
mometer is niet goed in de
aansluiting gestoken.
Steek de stekker van de
vleesthermometer zo ver
mogelijk in het stopcontact.
NEDERLANDS 55