User manual

Aanwijzingen voor de installateur
24
Controleer de aardverbinding voordat u de elektrische aansluiting gaat uitvoeren.
Controleer of de smeltveiligheid of installatieautomaat in de huisinstallatie en de bedrading de
belasting van het apparaat kunnen dragen.
De geel/groene aardleiding mag niet worden onderbroken.
Het aansluitsnoer mag niet in contact komen met onderdelen waarvan de temperatuur meer dan
50°C
hoger is dan de kamertemperatuur.
10.2.1 Elektrische aansluiting
Gebruik, afhankelijk van het type spanningsverzorging, een snoer conform één van
onderstaande aansluitschema’s.
Aansluiting op 400V3N~ (modellen aangesloten volgens
SCHEMA A):
gebruik een kabel met 5 aders, type H05RR-F/H05RN-F
(kabel specificatie 5 x 2,5 mm
2
).
Aansluiting op 230V3~ (modellen aangesloten volgens SCHEMA
C maar door de installateur omgezet naar SCHEMA B):
gebruik
een kabel met 4 aders, type H05RR-F/H05RN-F (kabel specificatie
4 x 4 mm
2
).
Aansluiting op 230V1N~ (modellen aangesloten volgens
SCHEMA C): tot 2,9 kW:
gebruik een kabel met 3 aders, type
H05RR-F/H05RN-F (kabel specificatie 3 x 1,5 mm
2
);
tussen 2,9 kW
en 5,4 kW:
gebruik een kabel met 3 aders type H05RR-F/H05RN-F
(kabel specificatie 3 x 2,5 mm
2
).
Het uiteinde dat aan het apparaat wordt aangesloten moet een
aardleiding (
geel/groen
) hebben die minstens
20 mm
langer is
gehouden.
10.2.2 Soort spanningsverzorging
Afhankelijk van de spanningsverzorging is het mogelijk verschillende aansluitingen te verkrijgen.
Sluit hiervoor de kabel op de klemmenstrook aan zoals aangegeven in onderstaande schema's.
Afhankelijk van het model de tabel "
A
ANSLUITING OP DE KLEMMENSTROOK
" raadplegen.
SCHEMA A SCHEMA B SCHEMA C
AANSLUITING OP DE KLEMMENSTROOK
MODEL VERMOGEN kW VOEDING
FORNUIS 6 BRANDERS (1 OVEN) 2,9
SCHEMA C
FORNUIS KERAMISCHE KOOKPLAAT (1 OVEN) (5 KOOKZONES) 12,7
SCHEMA A
M
ODELLEN AANGESLOTEN VOLGENS SCHEMA
A
KUNNEN DOOR DE INSTALLATEUR WORDEN OMGEZET NAAR EEN
AANSLUITING VOLGENS SCHEMA
B.