User manual
Gebruiksaanwijzing
38
Bio-functies
Door de lage temperaturen die met dit fornuis ingesteld kunnen wor-
den, kan men vlees bijzonder mals en sappig toebereiden, kan men yog-
hurt maken, gistdeeg laten rijzen of ook fruit drogen.
1
Let op: bij alle bio-functies moet de voorgestelde temperatuur
veranderd worden!
2
Bij het braden met lage temperatuur heeft u tot 20 procent minder
energie nodig dan bij de gebruikelijke ovens.
Braden met lage temperatuur
Gebruik voor het bakken met lage temperatuur de ovenfunctie
INFRATHERM.
1
Let op: Zet voor het braden het vetfilter in!
Servies
• Voor het braden is elke warmtebestendige pan/schaal geschikt.
• Let er bij pannen met kunststof grepen op dat deze warmtebestendig
zijn.
• Braad bij lage temperatuur altijd open, zonder deksel.
Inzetniveaus
• Gebruik voor het braden op lage temperatuur het 3e inzetniveau
van boven.
Algemene aanwijzingen
Het braden vindt in 2 stappen plaats:
• Kies voor het aanbraden een hoge temperatuur.
• Ga daarna op een lage temperatuur over.
Aanwijzingen bij de braadtabel.
De braadtijden zijn slechts richtwaarden en hangen af van de grootte,
soort en kwaliteit van het vlees of de vis.
• Des te dikker en zwaarder het stuk vlees, des te langer duurt het aan-
braden en gaar worden.
• Alleen gevogelte aan één stuk behoeft gedraaid te worden..
• Groente pas na ca. 2/3 van de braadtijd bijvoegen..
• Open na het aanbraden de ovendeur niet meer!
(gevogelte tevoren draaien.) Door het warmteverlies zou de braadtijd
aanzienlijk verlengd worden.