User manual

21
Oven in- en uitschakelen
0 1. Voor het gebruik eventueel schakelaar "ovenfuncties en "temperatuur-
keuzeindrukken. De schakelaars komen naar buiten.
2. Door draaien aan schakelaar "ovenfuncties de gewenste functie instel-
len. De functie-indicatie geeft het symbool van de gekozen functie aan.
3. Door daaien aan schakelaar "temperatuurkeuze de gewenste tempera-
tuur instellen. De temperatuurindicatie geeft de gekozen temperatuur
aan.
Het gele bedrijfscontrolelampje brandt zolang de oven of de kookzones
in gebruik zijn.
Het rode temperatuurcontrolelampje brandt zolang de oven opwarmt.
Zodra de ingestelde temperatuur is bereikt, gaat het temperatuurcon-
trolelampje uit.
4. Om de oven uit te schakelen schakelaar "ovenfuncties en schakelaar
"temperatuurkeuze op de nul-stand draaien.
5. Schakelaars laten verzinken door ze in te drukken.